Euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde in Nederland. II. Zorgvuldigheid en melding

– This article presents some results of the Dutch nationwide study on euthanasia and other medical decisions concerning the end of life. The study was done at the request of the Dutch government in preparation for a discussion about legislation on euthanasia. The issues that are addressed in this article are the criteria for acceptable euthanasia and the reporting of cases of euthanasia as such. Nearly all physicians were aware of the existence of requirements for acceptable euthanasia. Voluntariness, well-considered request and technically correct procedure were considered to be (very) important by nearly all respondents. Consultation of a colleque and a written report were considered to be ‘important’ or ‘very important’ by two-thirds of the respondents. In cases of euthanasia and assisted suicide most of the requirements were fulfilled.

Examination of cases of euthanasia is acceptable to a majority of physicians. Examination in first instance by collegues is preferred.

In 28 of the cases euthanasia and assisted suicide were reported as such. According to 27 of all respondents euthanasia should always be reported as such and 22 thinks that reporting cannot be required. Nearly half of the physicians mentioned one or more conditions under which they would be prepared to report a case of euthanasia as such.

Samenvatting

Dit artikel bevat een aantal resultaten van het onderzoek naar euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde dat werd uitgevoerd in opdracht van de Commissie onderzoek medische praktijk inzake euthanasie (‘commissie Remmelink’). De hier gepresenteerde gegevens zijn gebaseerd op uitvoerige interviews met 406 artsen (huisartsen, verpleeghuisartsen, cardiologen, chirurgen, internisten, longartsen en neurologen) en hebben betrekking op de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie en de meldingsprocedure.

Vrijwel alle artsen bleken op de hoogte te zijn van het bestaan van zorgvuldigheidseisen. Vrijwilligheid, weloverwogen verzoek en technisch verantwoorde uitvoering werden door vrijwel alle respondenten ‘belangrijk’ of ‘zeer belangrijk’ gevonden, voor collegiaal overleg en schriftelijke verslaglegging gold dit in iets mindere mate. Bij gevallen die door de arts zelf als euthanasie of hulp bij zelfdoding werden aangemerkt, was aan de meeste zorgvuldigheidseisen voldaan.

Toetsing van gevallen van euthanasie is voor de meerderheid van de artsen acceptabel, waarbij de toetsing-in-eerste-instantie door collega's de voorkeur heeft.

In 28 van de gevallen van euthanasie en hulp bij zelfdoding had de arts geen verklaring van natuurlijke dood afgegeven. Van alle respondenten vond 27 dat euthanasie altijd als niet-natuurlijke dood dient te worden gemeld, terwijl 22 vond dat dit nooit van een arts kan worden verlangd. Bijna de helft van de artsen noemde voorwaarden waaronder zij bereid zouden zijn tot een dergelijke melding.