Samenvatting
Dit artikel bevat een aantal resultaten van het onderzoek naar euthanasie en andere medische beslissingen rond het levenseinde (MBL), dat uitgevoerd werd in opdracht van de commissie Onderzoek medische praktijk inzake euthanasie (‘commissie Remmelink’). Er werden drie onderzoeken uitgevoerd: uitvoerige interviews met 406 artsen, het verzenden van een vragenlijst naar de behandelend artsen bij een steekproef van 7000 sterfgevallen en een prospectief onderzoek waarin de geïnterviewde artsen gedurende een half jaar over elk sterfgeval in hun praktijk een vragenlijst invulden.
MBL werden genomen in 38 van alle sterfgevallen, hetgeen neerkomt op 54 van alle niet-acute sterfgevallen. Euthanasie op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt werd uitgevoerd in 1,8 van alle sterfgevallen. Intensivering van de pijn- en symptoombestrijding met morfine-achtige preparaten in zulke doseringen dat daarmee mogelijk het leven van de patiënt werd bekort was de belangrijkste MBL in 17,5 van alle sterfgevallen. Het niet instellen of staken van een behandeling waarbij de arts de minste rekening hield met de waarschijnlijkheid dat daardoor het leven van de patiënt werd bekort was de belangrijkste MBL in eveneens 17,5 van alle sterfgevallen.
Uit dit onderzoek blijkt dat medische beslissingen rond het levenseinde voor veel artsen een belangrijk onderdeel van de medische praktijk vormen en derhalve meer aandacht in onderzoek, opleiding en openbare meningsvorming verdienen.
Reacties