Samenvatting
Doel
Vaststellen wat de kenmerken zijn van patiënten die verzoeken om euthanasie of hulp bij zelfdoding en of deze kenmerken verschillen tussen patiënten wier verzoek is uitgevoerd, patiënten die overleden vóór de uitvoering, patiënten die overleden vóór voltooiing van de besluitvorming, patiënten die hun verzoek introkken en tenslotte patiënten wier verzoek door de arts geweigerd werd.
Opzet
Enquête.
Methode
Alle huisartsen in 18 districten van de 23 districtshuisartsverenigingen ontvingen een vragenlijst waarin zij onder meer hun recentste verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding beschreven. De respons bedroeg 60 (n = 3614).
Resultaten
Van alle uitdrukkelijke verzoeken resulteerde 44 in euthanasie of hulp bij zelfdoding. In de overige gevallen overleed de patiënt vóór de uitvoering (13) of vóór voltooiing van de besluitvorming (13), trok de patiënt het verzoek in (13) of weigerde de arts het in te willigen (12). De prominentste symptomen waren ‘zich slecht voelen’, ‘vermoeidheid’ en ‘gebrek aan eetlust’. De meest genoemde redenen voor het verzoek waren ‘zinloos lijden’, ‘verlies van waardigheid’ en ‘algehele zwakte’. Aan de zorgvuldigheidseisen werd het meest voldaan in de groep met uitgevoerde euthanasie en het minst in de groep met geweigerde verzoeken. Niet (volledig) wilsbekwaam zijn en een mindere mate van ondraaglijk en uitzichtloos lijden hielden het sterkst verband met het weigeren van een verzoek.
Conclusie
Besluitvorming na een verzoek om euthanasie is complex, hetgeen blijkt uit het feit dat naast euthanasie en weigering nog 3 andere situaties konden worden onderscheiden. Beslissingen die artsen nemen en de wijze waarop zij tot deze beslissingen komen, leken gebaseerd te zijn op evaluatie van de situatie van de patiënt en op de zorgvuldigheidseisen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:249-54
Reacties