Samenvatting
Doel
De ervaringen beschrijven met een thoraxverblijfsdrain bij patiënten met pleuritis carcinomatosa.
Opzet
Prospectief follow-uponderzoek.
Methode
Bij patiënten werd plaatsing van een verblijfsdrain overwogen wanneer zij een symptomatische ophoping van pleuravocht hadden die recidiveerde na eerdere drainage of pleurodese, of wanneer zij symptomatisch pleuravocht hadden dat niet eerder was gedraineerd, maar waarbij er sterke radiologische aanwijzingen waren voor een ‘trapped lung’. De ingreep werd gecontraïndiceerd geacht bij dyspneu die niet verminderde na eerdere ontlastende puncties, bij multifactorieel bepaalde dyspneu en bij niet te corrigeren bloedingsneiging. De toegepaste Pleurx-verblijfsdrain is een thoraxdrain die subcutaan wordt getunneld, langdurig in situ kan blijven en de patiënt in staat stelt zelf op ieder gewenst moment pleuravocht af te laten lopen.
Resultaten
In de periode september 2003-mei 2005 werd bij 40 patiënten de behandeling overwogen. Uiteindelijk werd bij 25 patiënten de drain geplaatst; bij de meeste anderen verliep de klinische achteruitgang te snel. Van de groep van 40 overleden 33 patiënten (82), met een mediane overleving van 70 dagen. Alle drains functioneerden tot verwijdering of tot het overlijden van de patiënt. Bij 3 patiënten werd de drainage gecompliceerd door een empyeem, bij 1 door een hemoptoë. Van de drains werden er 9 verwijderd terwijl de patiënt in leven was: bij 6 was er een spontane pleurodese opgetreden na respectievelijk 3, 4, 4, 5, 6 en 8 maanden. In het algemeen bleek dat de patiënten goed konden omgaan met de drain en dat de klachten hiermee adequaat onder controle werden gehouden.
Conclusie
De Pleurx-verblijfsdrain van de thorax was een zinvolle aanvulling op de behandeling van patiënten met pleuritis carcinomatosa bij wie pleurodese niet succesvol was.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1618-23
Reacties