Dames en Heren,
Wiegendood is een ingrijpende gebeurtenis voor ouders en hulpverleners. Als een kind jonger dan 2 jaar plotseling levenloos wordt aangetroffen, vraagt iedereen zich af: ‘Hoe kon dit gebeuren?’ Kennis over oorzaken van wiegendood is enerzijds gebaseerd op epidemiologische analyse van de gevallen, anderzijds op bevindingen verkregen bij postmortaal onderzoek. Criteria om tot de categorie ‘wiegendood’ te komen, zijn niet eensluidend. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert de ‘International classification of diseases’ (ICD; 10e revisie) volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Hierin is wiegendood gecodeerd als R95. Het bestand van het CBS bevat zowel patiënten die bij postmortaal onderzoek geen afwijkingen tonen als degenen die geen onderzoek hebben ondergaan. Bevindingen die bekend raken door postmortaal onderzoek worden, ook als ze onvoldoende zijn om het overlijden te verklaren, wel geboekt, maar niet als wiegendood. Zo ontstaan ‘over- en onderboekingen’. Dit bemoeilijkt de statistische interpretatie.
In Nederland…
(Geen onderwerp)
Leiden, december 1999,
Deze aanvullingen zijn welkom. Wiegendood is voor ouders en artsen een situatie van vooral ongeloof en onmacht. Een behandeling is onmogelijk, dus richten wij ons op de preventie. Na de dalende incidentie van wiegendood in de afgelopen jaren, zijn nu nieuwe preventieve strategieën nodig. Voorwaarde is onder andere een juiste casusdefinitie. In de klinische les toonden wij hoe moeilijk het is hierin juist te oordelen en vervolgens juist te handelen.