Grensoverschrijdende bronopsporing bij tuberculose door DNA- 'fingerprint'-techniek

Description of the value of modern DNA analysis (‘restriction fragment length polymorphism’; RFLP) as a method for mapping tuberculosis transmission.

Design

Descriptive.

Setting

Social Health Service Noord-Friesland, the Netherlands.

Method

A large-scale tuberculosis investigation was conducted in Harlingen in 1993 when a 2,5 year old patient with tuberculous meningitis was reported. Source tracing and contact tracing extended from Harlingen to the west of the Netherlands and even abroad. Modern DNA analysis (RFLP) was used to map the tuberculosis transmission.

Results

A total of 6519 persons were screened and 276 infected people were identified, of whom 49 were suffering from active tuberculosis. RFLP analysis showed in 27 of them a ‘Harlingen’ type Mycobacterium tuberculosis DNA pattern identical to that of the index patient. The source patient was finally traced in England. By the end of 1994 3 more patients were found with the same DNA pattern; their relation with the source patient and the outbreak of tbc remained unrevealed.

Conclusion

The Harlingen outbreak was extensive and characterized by time-consuming source tracing. Modern DNA analysis proved to be a very useful instrument in identifying the source case.

Samenvatting

Doel

Beschrijven welke bijdrage moderne DNA-analyse (op basis van restrictiefragmentlengte-polymorfisme; RFLP) kan leveren aan bronopsporing en contactonderzoek bij de bestrijding van tuberculose.

Opzet

Descriptief.

Plaats

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst, regio Noord-Friesland.

Methode

Naar aanleiding van een 2,5 jaar oud patiëntje met meningitis tuberculosa in Harlingen werd in 1993 een uitgebreid tuberculoseonderzoek gehouden. Het bron- en contactonderzoek breidde zich uit naar westelijk Nederland en naar Groot-Brittannië. RFLP-analyse werd gebruikt om de transmissie van de tuberkelbacterie in kaart te brengen.

Resultaten

In totaal werden 6519 personen onderzocht. Er werden 276 geïnfecteerde personen gevonden, bij wie in 49 gevallen sprake was van actieve tuberculose. Bij 27 van hen kon, evenals bij de bronpatiënt, door RFLP-analyse de ‘Harlinger’ Mycobacterium tuberculosis-stam worden aangetoond. De bronpatiënt werd uiteindelijk in Groot-Brittannië gevonden. Tot eind 1994 werd bij nog eens 3 patiënten hetzelfde DNA-patroon aangetoond; bij hen kon geen relatie met de gevonden bron en de explosie worden vastgesteld.

Conclusie

De tuberculose-explosie in Harlingen was omvangrijk en het bron- en contactonderzoek was langdurig. RFLP-analyse speelde een doorslaggevende rol bij de opsporing van de bron.