Zie ook de artikelen op bl. 747 en 751.
In Nederland ruptureert een aneurysma van de aorta abdominalis (AAA) bij 2000 mannen per jaar, met een sterftekans van 80-85. Sinds 1950 is een operatieve behandeling van het AAA mogelijk. Op dit moment hanteert men als criterium voor een preventieve behandeling een AAA-diameter ? 5,5 cm en/of een toename in diameter ? 1 cm/jaar. Wanneer het risico van de electieve operatie van een AAA kleiner is dan de kans op sterfte ten gevolge van een ruptuur, worden patiënten met een AAA behandeld.
Het is algemeen geaccepteerd om deze preventieve behandeling aan te bieden aan alle patiënten met een redelijke levensverwachting. Echter, slechts 10 van de mensen met een AAA wordt bij toeval ontdekt, zodat slechts een klein deel van de potentiële AAA-slachtoffers een preventieve behandeling kan ondergaan. Omdat de electieve behandeling van het bij toeval ontdekte AAA algemeen aanvaard is als preventiemaatregel…
Echografische screening van de aorta abdominalis bij oudere mannen
Hoorn, maart 2008,
De artikelen over de zin van echografische screening van de aorta abdominalis bij oudere mannen van collega’s Boll (2008:750) en Van der Graaf (2008:751) las ik – als een steeds maar ouder wordende man met een in dit opzicht belaste familieanamnese – met extra aandacht en ik trachtte mij natuurlijk een eigen oordeel te vormen. Ik werd daarbij nogal gehinderd door het feit dat beide opponenten over de incidentie van de jaarlijkse sterfte aan ruptuur van deze aneurysma’s aanzienlijk verschillende getallen gaven. Boll noemde 2000 rupturen per jaar met een sterfte van 1600 tot 1700, terwijl er volgens Van der Graaf slechts 620 mannen aan deze ziekte overleden (in 2000). Het zou mij als lezer aanzienlijk geholpen hebben als de redactie, vóór de bijdragen te publiceren, had getracht beide kemphanen althans over de feiten tot eenstemmigheid te laten komen. Maar misschien kan deze omissie alsnog worden goedgemaakt.
Echografische screening van de aorta abdominalis bij oudere mannen
Nijmegen, april 2008,
De reactie van collega Renckens vraagt om opheldering over de genoemde cijfers over sterfte aan rupturen van abdominale aorta-aneurysma’s (AAA’s) in Nederland. Het is in dit kader mogelijk nuttig te weten dat de redactie van het NTvG bij en na de uitnodiging voor een bijdrage aan de rubriek ‘Pro en contra’ aan de auteurs van zowel het pro- als het contra-artikel geen informatie geeft over naam en inhoud van de opponent. In het contra-artikel wordt geciteerd uit een rapport dat vermeldt dat in het jaar 2000 er 620 mannen zijn geregistreerd als overleden aan een AAA.1 Voor de volledigheid vermeldt dit rapport dat volgens deze landelijke registratie van deze 620 mannen er 488 aan een ruptuur van een AAA overleden zijn. In gebieden waar obductie op grote schaal wordt verricht, blijkt dat het overlijden aan een geruptureerd AAA grotendeels buiten het ziekenhuis plaatsvindt, maar niet als zodanig herkend wordt.2 Meestal wordt dan als doodsoorzaak acute hartdood opgegeven. Ook een grote groep mensen met een ruptuur wordt in het ziekenhuis niet of niet tijdig als zodanig herkend. Slechts een kwart van de mensen met een geruptureerd AAA komt toe aan behandeling.3 Ongeveer de helft hiervan overlijdt, ondanks alle inzet van mensen en middelen. Wanneer de geregistreerde getallen in Nederland geëxtrapoleerd worden tegen deze achtergrond, is de raming dat er 2000 mannen per jaar een ruptuur van een AAA doormaken, van wie 80-85% overlijdt. Het verschil in de cijfers komt dus voort uit de geregistreerde top van de Nederlandse ijsberg enerzijds en de schatting van wat er onder water nog onzichtbaar blijft anderzijds. In overeenstemming met de resultaten van de systematische review in hetzelfde nummer van het NTvG mag verwacht worden dat screening deze AAA-ijsberg doet smelten, hoewel hier eerst de manier waarop over dit onderwerp wordt gedacht zal moeten veranderen, zoals in het Verenigd Koninkrijk en de VS al is gebeurd.
Koek HL, Leest LATM van, Verschuren WMM, Bots ML. Hart- en vaatziekten in Nederland 2003. Den Haag: Nederlandse Hartstichting; 2003. p. 45.
Bergqvist D, Bengtsson H, Svensjo S. Prevalence of abdominal aortic aneurysm: experience from Malmö, Sweden. In: Yao JST, Pearce W, editors. Aneurysms: new findings and treatments. Norwalk: Appleton & Lange; 1994. p. 49-61.
Castleden WM, Mercer JC. Abdominal aortic aneurysms in Western Australia: descriptive epidemiology and patterns of rupture. Br J Surg. 1985;72:109-12.
Echografische screening van de aorta abdominalis bij oudere mannen
Utrecht, april 2008,
De verwarring van collega Renckens is begrijpelijk. Voor dit soort cijfers is er maar één bron beschikbaar en dat is het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In het Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.rivm.nl/vtv/object_document/o4237n16906.html) wordt de precieze sterfte op basis van de gegevens van het CBS gegeven. Deze bron hanteerde ik bij het schrijven van mijn bijdrage. Hierin kan ook het exacte getal van 620 doden bij mannen worden teruggevonden.