Zie ook het artikel op bl. 1619.
Over een nieuwe influenzapandemie valt niets met zekerheid te zeggen. Zeker is alleen dat het verstandig is ons erop voor te bereiden, mede in het licht van de heersende H5N1-vogelpest in Zuidoost-Azië en de H7N7-vogelpestepidemie in 2003 in Nederland. Hierbij werd overdracht van deze aviaire virussen op mensen gerapporteerd en voor het H7N7-virus ook mens-op-menstransmissie. Wegens virologische en capaciteitsproblemen zal vermoedelijk het eerste jaar na de herkenning van een pandemisch influenzavirus niet voldoende vaccin beschikbaar zijn. Antivirale middelen zijn dan onmisbaar.
Het aloude amantadine komt niet in aanmerking wegens de ernstige neurologische bijwerkingen en de snelle verspreiding van resistente mutanten. Bruikbaar zijn wel de neuraminidaseremmers zanamivir en oseltamivir.1 2 Zanamivir wordt toegediend door orale inhalatie en is daardoor minder praktisch dan oseltamivir, dat oraal wordt ingenomen. De bijwerkingen van zanamivir zijn vrijwel nihil en die van oseltamivir beperken zich tot voorbijgaande…
Reacties