Samenvatting
- Het Nederlandse zorgmodel kent getrapte diagnostiek in de eerste, tweede en derde lijn. Voor de diagnostiek van dementie kan de patiënt terecht bij achtereenvolgens de huisarts, een van de 100 geheugenpoliklinieken en ten slotte een van de 4 academische Alzheimercentra.
- De diagnostiek van dementie is beschreven in de zorgstandaard ‘Dementie’, de NHG-standaard ‘Dementie’ en de multidisciplinaire richtlijn ‘Diagnostiek dementie’.
- De meeste patiënten zullen slechts een deel van deze keten hoeven te doorlopen voordat een adequate diagnose wordt gesteld en gepaste zorg ingezet kan worden.
- Er zijn recentelijk nieuwe, gevalideerde instrumenten gekomen voor de diagnostiek van dementie, waaronder de ‘Amsterdam instrumental activities of daily living’(A-IADL)-schaal, biomarkers in liquor en de mediale-temporale-atrofie(MTA)-schaal voor de beoordeling van MRI-scans.
- Het is mogelijk het individuele risico op dementie te schatten aan de hand van de MMSE-score, MRI-scans en de uitslagen van het liquoronderzoek.
Reacties