Bij wie, wat en wanneer?

Diagnostiek bij geheugenklachten

Opinie
Edo Richard
Eric P. Moll van Charante
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D2120
Abstract

Met de komst van nieuwe diagnostische testen is de roep toegenomen om bij mensen met geheugenklachten eerder en uitgebreider onderzoek te doen. Hoewel voorgestelde diagnostische criteria voor de verschillende vormen van dementie de afgelopen jaren een steeds prominentere rol geven aan uitgebreid aanvullend onderzoek,1,2 heeft deze uitgebreide diagnostiek in de praktijk lang niet altijd een bewezen meerwaarde. Bij het streven naar een zo vroeg mogelijke diagnose wordt het gebrek aan effectieve therapeutische interventies in de beginfase van dementie vaak onvoldoende in ogenschouw genomen.

Het argument dat patiënten zo vroeg mogelijk zekerheid moeten krijgen is niet altijd van toepassing, omdat we met de huidige beschikbare testen juist vaak geen zekerheid over diagnose en prognose kunnen geven. De vraag is dan ook bij wie we welk aanvullend onderzoek moeten uitvoeren, en wat daarvoor het juiste moment is. In dit tijdschrift beschrijven Scheltens en collega’s de casus van een patiënte met geheugenklachten…

Auteursinformatie

Radboudumc, afd. Neurologie, Donders institute for Brain, Behaviour and Cognition, Nijmegen.

Dr. E. Richard, neuroloog.

Academisch Medisch Centrum, afd. Huisartsgeneeskunde, Amsterdam.

Dr. E.P. Moll van Charante, huisarts.

Contact dr. E. Richard (edo.richard@radboudumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Dokter, heeft mijn moeder dementie?
Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Dementie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties