Samenvatting
Aan de hand van de ziektegeschiedenissen van 9 patiënten die in de periode 1984 tot en met 1989 opgenomen waren op de afdeling Neurologie in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam, worden enige aspecten van de dissectie van de cervicale arteriën besproken. Dissecties zijn de oorzaak van circa 3 van alle herseninfarcten en worden vooral bij patiënten jonger dan 55 jaar gezien. Carotis-dissecties kunnen bij een subadventitiële uitbreiding behalve pijn uitval van de onderste hersenzenuwen en een partieel syndroom van Horner veroorzaken en bij een subintimale uitbreiding hersenischemie. Vertebralis-dissecties kunnen bij een subintimale uitbreiding behalve pijn in de nek en in het achterhoofd ischemie van de medulla oblongata of het verzorgingsgebied van de A. basilaris veroorzaken. Een enkele keer treedt een subarachnoïdale bloeding op.
Regelmatig blijkt een triviaal trauma in de anamnese voor te komen. De diagnose wordt door middel van angiografie of MRI gesteld. De prognose is in het algemeen goed en afhankelijk van de initiële neurologische uitval. De kans op een recidief is zeer gering. Therapie met anticoagulantia of acetylsalicylzuur, hoewel onbewezen, lijkt aan te bevelen.
Reacties