Detectie van obstructief coronairlijden: een meta-analyse

Diagnostische waarde van SPECT-, CMR- en PET-perfusie*

Onderzoek
Caroline Jaarsma
Tim Leiner
Sebastiaan C.A.M. Bekkers
Harry J. Crijns
Joachim E. Wildberger
Eike Nagel
Patricia J. Nelemans
Simon Schalla
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5395
Abstract

Samenvatting

Doel

De diagnostische waarde onderzoeken van de 3 meest gebruikte niet-invasieve beeldvormende technieken voor myocardiale perfusie: ‘single photon’-emissie-CT (SPECT), cardiale magnetische resonantie (CMR) en positronemissietomografie (PET).

Opzet

Meta-analyse.

Methode

In PubMed werd gezocht naar Engelstalige publicaties in de periode 1990-2010 over de diagnostische waarde van SPECT-, CMR- en PET-perfusie voor het detecteren van obstructief coronairlijden. Publicaties werden geïncludeerd als een niet-invasieve beeldvormende perfusietechniek vergeleken was met invasieve coronairangiografie als gouden standaard.

Resultaten

In totaal voldeden 166 artikelen aan de inclusiecriteria: 114 SPECT-, 37 CMR- en 15 PET-studies. Over andere niet-invasieve beeldvormende perfusietechnieken waren onvoldoende artikelen beschikbaar. Op patiëntniveau was de gepoolde sensitiviteit van SPECT 88% (95%-BI: 88-89), van CMR 89% (95%-BI: 88-91) en van PET 84% (95%-BI: 81-87). De gepoolde specificiteit van SPECT was 61% (95%-BI: 59-62), van CMR 76% (95%-BI: 73-78) en van PET 81% (95%-BI: 74-87). Dit resulteerde in een gepoolde diagnostische oddsratio (DOR) van 15,31 voor SPECT (95%-BI: 12,66-18,52), 26,42 voor CMR (95%-BI: 17,69-39,47) en 36,47 voor PET (95%-BI: 21,48-61,92). De meeste test- en populatiekenmerken van de geïncludeerde studies hadden geen invloed op deze rangschikking van de diagnostische waarde van de 3 technieken.

Conclusie

SPECT-, CMR- en PET-perfusie hebben alle 3 een hoge sensitiviteit voor het detecteren van obstructief coronairlijden, maar de specificiteit loopt uiteen. CMR en PET hebben een vergelijkbare, maar hogere diagnostische accuratesse dan SPECT. Wij adviseren artsen die patiënten voor diagnostiek van coronairlijden verwijzen, deze bevindingen in de context van de locale expertise en infrastructuur mee te wegen bij de keuze voor een perfusietechniek.

Auteursinformatie

*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in Journal of the American College of Cardiology (2012;59:1719-28) met als titel ‘Diagnostic performance of noninvasive myocardial perfusion imaging using single-photon emission computed tomography, cardiac magnetic resonance, and positron emission tomography imaging for the detection of obstructive coronary artery disease: a meta-analysis’. Afgedrukt met toestemming.

Universitair Medisch Centrum Maastricht, Cardiovasculair Onderzoeksinstituut CARIM, Maastricht.

Afd. Cardiologie: drs. C. Jaarsma, arts-onderzoeker; dr. S.C.A.M. Bekkers, prof.dr. H.J.G.M. Crijns en dr. S. Schalla, cardiologen.

Afd. Radiologie: dr. T. Leiner en prof.dr. J.E. Wildberger, radiologen.

Afd. Epidemiologie: dr. P.J. Nelemans, arts-epidemioloog.

King’s College, Division of Imaging Sciences, London, Verenigd Koninkrijk.

Dr. E. Nagel, cardioloog.

Contact drs. C. Jaarsma (c.jaarsma@mumc.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: E. Nagel heeft belangen gemeld (zie www.ntvg.nl, zoeken op A5395; klik op ‘Belangenverstrengeling’). Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 15 oktober 2012

Auteur Belangenverstrengeling
Caroline Jaarsma ICMJE-formulier
Tim Leiner ICMJE-formulier
Sebastiaan C.A.M. Bekkers ICMJE-formulier
Harry J. Crijns ICMJE-formulier
Joachim E. Wildberger ICMJE-formulier
Eike Nagel ICMJE-formulier
Patricia J. Nelemans ICMJE-formulier
Simon Schalla ICMJE-formulier
SPECT-, CMR- en PET-perfusiescans
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties