Samenvatting
Doel
De diagnostische waarde onderzoeken van de 3 meest gebruikte niet-invasieve beeldvormende technieken voor myocardiale perfusie: ‘single photon’-emissie-CT (SPECT), cardiale magnetische resonantie (CMR) en positronemissietomografie (PET).
Opzet
Meta-analyse.
Methode
In PubMed werd gezocht naar Engelstalige publicaties in de periode 1990-2010 over de diagnostische waarde van SPECT-, CMR- en PET-perfusie voor het detecteren van obstructief coronairlijden. Publicaties werden geïncludeerd als een niet-invasieve beeldvormende perfusietechniek vergeleken was met invasieve coronairangiografie als gouden standaard.
Resultaten
In totaal voldeden 166 artikelen aan de inclusiecriteria: 114 SPECT-, 37 CMR- en 15 PET-studies. Over andere niet-invasieve beeldvormende perfusietechnieken waren onvoldoende artikelen beschikbaar. Op patiëntniveau was de gepoolde sensitiviteit van SPECT 88% (95%-BI: 88-89), van CMR 89% (95%-BI: 88-91) en van PET 84% (95%-BI: 81-87). De gepoolde specificiteit van SPECT was 61% (95%-BI: 59-62), van CMR 76% (95%-BI: 73-78) en van PET 81% (95%-BI: 74-87). Dit resulteerde in een gepoolde diagnostische oddsratio (DOR) van 15,31 voor SPECT (95%-BI: 12,66-18,52), 26,42 voor CMR (95%-BI: 17,69-39,47) en 36,47 voor PET (95%-BI: 21,48-61,92). De meeste test- en populatiekenmerken van de geïncludeerde studies hadden geen invloed op deze rangschikking van de diagnostische waarde van de 3 technieken.
Conclusie
SPECT-, CMR- en PET-perfusie hebben alle 3 een hoge sensitiviteit voor het detecteren van obstructief coronairlijden, maar de specificiteit loopt uiteen. CMR en PET hebben een vergelijkbare, maar hogere diagnostische accuratesse dan SPECT. Wij adviseren artsen die patiënten voor diagnostiek van coronairlijden verwijzen, deze bevindingen in de context van de locale expertise en infrastructuur mee te wegen bij de keuze voor een perfusietechniek.
Reacties