Casus
Een 25-jarige man werd op de eerstehulpafdeling gezien in verband met een sinds 3 dagen pijnlijk gezwollen, paarsrood verkleurde linker arm. Er had zich geen trauma voorgedaan en patiënt was niet kortademig. Wel had hij 10 dagen eerder tijdens een verhuizing zware voorwerpen getild. Bij lichamelijk onderzoek zagen wij een man die geen zieke indruk maakte; hij had een bloeddruk van 150/85 mmHg, een pols van 100/min, een niet-verhoogde centraalveneuze druk en een lichaamstemperatuur van 38,4°C. Zijn linker arm was paarsrood verkleurd en de omvang ervan was beduidend toegenomen ten opzichte van de rechter arm (figuur a)…
(Geen onderwerp)
Purmerend, mei 2004,
De serie ‘Diagnose in beeld’ illustreert vaak fraai en krachtig typische ziektebeelden; dat was ook met bovenstaand vignet het geval (2004:937). De diagnose ‘diepveneuze trombose (DVT) van de arm’ wordt nog te vaak gemist, terwijl – in tegenstelling tot wat bij de casus staat vermeld – het beeld bepaald niet zeldzaam is: in de VS vormen arm-DVT's zo'n 8% van het totaal en sommige patiëntengroepen laten zelfs getallen tot 12% zien.1 De diagnose kan inderdaad met duplexechografie worden gesteld, maar dit onderzoek heeft slechts een sensitiviteit van zo'n 75% doordat solitaire centrale lokalisaties niet kunnen worden afgebeeld. Dit mag langzamerhand wel als een bekend gegeven worden beschouwd. Het lijkt dan ook niet correct om bij klinisch vermoeden van een DVT van de bovenste extremiteit en een negatieve uitkomst van duplexonderzoek een afwachtend beleid te kiezen in plaats van flebografie of CT te verrichten, temeer daar volgens onder andere de genoemde studie1 de morbiditeit bij dit ziektebeeld op korte termijn bepaald niet gering is.
Hingorani A, Ascher E, Hanson J, Scheinman M, Yorkovich W, Lorenson E, et al. Upper extremity versus lower extremity deep venous thrombosis. Am J Surg 1997;174:214-7.