De wet van de onvoorziene gevolgen

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:B1409

artikel

Interventies hebben altijd onvoorziene neveneffecten. Soms zijn die goed, soms slecht en soms zelfs pervers omdat ze loodrecht staan op de oorspronkelijke intentie. Een variant op de wet van Murphy (alles wat fout kan gaan, zal fout gaan) is de wet dat elke interventie slechts perverse gevolgen zal hebben. Vooral grappig natuurlijk, maar toch ook een waarschuwing voor de menselijke overmoed. Het is nu eenmaal zo dat de wereld chaotisch en complex is, de mens dom en bevooroordeeld én dat we die twee ongemakkelijke waarheden graag weglaten uit onze analyses. Bovendien is na enkele duizenden jaren beschaving verslechtering aanmerkelijk eenvoudiger dan vooruitgang.

In dit nummer hebben we een aantal mooie voorbeelden van onvoorziene gevolgen. Voor generaties pubers was het experimenteren met alcohol een soort ‘rite de passage’ waarna ze deel konden nemen aan een maatschappij waarin alcohol een belangrijk sociaal smeermiddel is. De NIX18-campagne lijkt goed gewerkt te hebben op de alcoholconsumptie van minderjarigen, maar negeert de puberale behoefte om te experimenteren. Jongeren vinden alternatieven die aanmerkelijk interessanter en goedkoper zijn, maar die hun ouders ongetwijfeld onwenselijk vinden (D1356 en D1368).

In een artikel in de rubriek ‘Aankondiging van onderzoek’ lezen we dat we nog onvoldoende weten over de uitkomsten van reanimaties in het ziekenhuis (D1873). Bij een ziekenhuisopname wordt de patiënt naar zijn of haar reanimatiewensen gevraagd, maar dit is vaak in strijd met de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (D1831 online). Het is blijkbaar niet ondenkbaar dat patiënten op basis van gebrekkige informatie en blinde vinkcultuur niet gereanimeerd zijn terwijl hun uitkomst uitstekend was geweest. Mijn collega’s Van der Graaf en Smulders hebben zich daar ook al kritisch over uitgelaten (respectievelijk B1405 online en in NRC Handelsblad).

Dan nog twee voorbeelden uit de psychiatrie, waar de laatste jaren is ingezet op het afbouwen van de bedden, zonder te investeren in de opbouw van de ambulante zorg (C3536). Dit leidt ertoe dat mensen die geschikt zijn voor ambulante zorg een bed bezetten op een psychiatrische afdeling en een wachtlijst creëren voor mensen die met een korte opname weer door zouden kunnen naar een ambulante plek.

Peter Lucassen en collega’s schreven daarnaast een boeiend stuk over hoe de visie op de psychiatrie als ‘gewoon’ somatisch specialisme leidt tot overdiagnostiek en medicamenteuze behandeling (D1474). De auteurs voeren sterke argumenten aan voor een persoonsgerichte aanpak en mijn gedachte was meteen dat dit ook allemaal van toepassing is in de somatische geneeskunde. Helaas kan ik de onvoorziene gevolgen van die aanpak niet inschatten en moet ik er dus rekening mee houden dat de uitstekende somatische gezondheidszorg die we nu hebben er alleen maar slechter van zou worden.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties