Samenvatting
De toestand 1 jaar na een wortel decomprimerende operatie bij 492 patiënten met een lumbosacraal radiculair syndroom als gevolg van een lumbale discusprolaps of wervelkanaalstenose, is vergeleken met de toestand vóór operatie. Ongeveer 75 van de patiënten vindt de mate van verbetering bevredigend, ruim 10 vindt dit niet. Het oordeel van de artsen is wat gunstiger: resp. 80 en 5. De gunstigste resultaten worden verkregen bij patiënten bij wie de diagnose lumbale discusprolaps preoperatief zeer waarschijnlijk werd geacht; de ongunstigste bij patiënten die voor de tweede keer werden geopereerd. Rugpijn
– af en toe hinderlijk – blijft na de operatie bestaan bij circa 50 van de patiënten. Deze rugpijn doet zich vooral voor bij patiënten met een lumbale wervelkanaalstenose, waarbij 13 postoperatief zelfs een toename van de rugpijn vermeldt.
Van de patiënten die vóór de operatie een uitkering krachtens de ziektewet ontvingen, had ruim de helft het werk na 1 jaar hervat.
Reacties