Op 5 december 2000 stuurde de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een nota naar de Tweede Kamer met de titel: ‘De toepassing van genetica in de gezondheidszorg’.1 Het is een lijvig document dat 103 pagina's omvat. De minister geeft hierin haar reactie op een aantal eerder ontvangen adviezen van de Gezondheidsraad. Dat zijn het advies inzake in-vitrofertilisatie (1998),2 het advies inzake DNA-diagnostiek (1998),3 het advies inzake klinisch-genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering (1999)4 en het ‘Signalement inzake farmacogenetica’ (2000).5 Aan dit laatste rapport werd al eerder aandacht besteed in het Tijdschrift.6 Daarnaast wordt in de nota gereageerd op een aantal rapporten van het Rathenau Instituut over voorspellende geneeskunde. De nota verschijnt in een tijd waarin het in alle media gonst van de genetica, nu een eerste voorlopige genenkaart van de mens is gepubliceerd.7 De goed leesbare nota eindigt met een puntsgewijze standpuntbepaling ten opzichte…
De toepassing van genetica in de gezondheidszorg; een nota van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede Kamer
- In the memorandum entitled ‘The application of genetics in health care’, which was sent to the Dutch Parliament in December 2000, the Minister of Health, Welfare and Sport responded to four proposals she had received from the Health Council of the Netherlands during the previous three years. These proposals included reports on in vitro fertilisation, DNA diagnostics, clinical genetic testing and genetic counselling, and pharmacogenetics. Legal aspects dominate the section on the consumer's/patient’s position: detailed legal guidelines are provided for difficult family-related issues in genetic counselling. For genetic counselling and clinical genetic testing, permission from the Minister of Health is still required. Criteria have been provided for the public funding of these activities in the shorter term. Clinical geneticists have been asked to develop guidelines for a number of clinical situations, which include predictive genetic testing and genetic testing in children. Moreover both medical and laboratory professionals have already initiated a number of self-regulatory measures. The Minister has adopted most of the proposals received, which means that for the foreseeable future, there is a clearly regulated framework for the responsible use of genetics within the Dutch healthcare system.
Reacties