De statistiek van overlevingscurven

Klinische praktijk
J.C. van Houwelingen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1735-44

Inleiding

Overlevingscurven zijn tegenwoordig een populair middel om de resultaten van vooral oncologisch onderzoek visueel te presenteren. In de oncologische onderzoeksliteratuur, bijvoorbeeld op het terrein van ovariumkanker,12 kan men bijna geen artikel opslaan zonder daarin minstens één Kaplan-Meier-overlevingscurve aan te treffen. De Kaplan-Meier-curve is vaak gekoppeld aan de logrank-toets voor het vergelijken van twee of meer groepen. In statistisch meer geavanceerde artikelen wordt ook vaak een ‘proportional hazards’-analyse uitgevoerd,3 vaak aangeduid als ‘Cox-regressie’, om inzicht te krijgen in de voorspellende waarde van bepaalde risicofactoren voor de overleving van individuen.

Sterftetabellen zijn al heel oud. Beroemde namen op dit gebied zijn Johan de Witt,4 Halley,5 en Arbuthnott.6 De eerste toepassingen van sterftetabellen lagen op het gebied van de levensverzekeringswiskunde en ze zijn ook heel lang het exclusieve speelgoed van de actuarissen gebleven.

De klassieke statistiek maakte haar belangrijkste ontwikkelingen door in de periode tussen beide…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, afd. Medische Statistiek, Postbus 9512, 2300 RA Leiden.

Prof.dr.J.C.van Houwelingen, statisticus.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties