Zie ook de artikelen op bl. 2013, 2028 en 2033.
In de samenvatting van de herziene standaard ‘Otitis media met effusie’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) (http://nhg.artsennet.nl) wordt vermeld dat deze aandoening veel voorkomt in zowel de eerste als de tweede lijn.1 Meer dan 80 van de kleine kinderen heeft één of meer episoden van otitis media met effusie doorgemaakt, zelfs al vóór het 2e levensjaar.2 De aandoening heeft dus alle kenmerken van een volksziekte; daarom is er de afgelopen decennia zoveel over gepubliceerd in vakbladen en in de populaire media.
Het NHG heeft in zijn herziene standaard getracht een correcte samenvatting te geven van de huidige stand van de kennis. In het algemeen is dat goed gelukt. Op een aantal punten echter verschillen wij met de schrijvers van de standaard van mening; dit is deels te verklaren doordat huisartsen en kno-artsen op uiteenlopende manieren…
De standaard 'Otitis media met effusie' (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap
Utrecht, november 2006,
Collega Kok geeft aan dat een vergroot adenoïd als oorzaak van otitis media met effusie ook het gevolg zou kunnen zijn van habitueel met open mond ademhalen. Een uitgebreid overzicht van de ontstaanswijze van otitis media met effusie wordt gegeven in het artikel van Rovers et al., waar de oorspronkelijke tekst van de standaard naar verwijst.1 Het gaat hierbij niet alleen om de infectie door virussen en bacteriën, maar ook om de respons van de luchtwegen en vooral van de buis van Eustachius. Immunoglobuline A heeft invloed op de adherentie van virussen en bacteriën aan het epitheel. De buis van Eustachius speelt een cruciale rol bij de handhaving van een drukverschil tussen het oor en de neus-keelholte en heeft door trilhaarbewegingen een reinigende invloed op ontstekingsprocessen.
Habitueel mondademen, dat wil zeggen de gewoonte om door de mond te ademen terwijl de neus doorgankelijk is, wordt in verband gebracht met otitis media met effusie. In een cohortonderzoek van 253 kinderen van 3 jaar, die 3 maanden werden gevolgd, bleek dat naarmate de kinderen minder door de neus en meer door de mond ademden het risico op otitis media met effusie toenam (relatief risico: 2,4; 95%-BI: 1,0-5,7). Men schatte dat 20% van de incidentie van deze aandoening terug te voeren zou zijn op habituele mondademhaling.2 Habitueel mondademen dient in eerste instantie door de logopedist te worden behandeld, maar onderzoek naar de effectiviteit van die behandeling ontbreekt.2 3 Daar ligt een aangrijpingspunt voor verder onderzoek, zoals collega Kok suggereert.
Rovers MM, Schilder AG, Zielhuis GA, Rosenfeld RM. Otitis media. Lancet. 2004;363:465-73.
Bon MJ van, Zielhuis GA, Rach GH, Broek P van den. Otitis media with effusion and habitual mouth breathing in Dutch preschool children. Int J Pediatr Otorhinolaryngol. 1989;17:119-25.
Balen FAM van. Otitis media with effusion in general practice: a diagnostic and therapeutic study in children aged 6 months to 6 years [proefschrift]. Utrecht: Universiteit Utrecht; 1995.