De standaard 'Dementie' (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap; reactie vanuit de huisartsgeneeskunde

- With growing numbers of older adults in the population, the number suffering from dementia will increase. The general practitioner has to try to determine the difference between Alzheimer's disease and vascular dementia on the one hand, and fronto-temporal dementia and dementia with Lewy bodies on the other hand, while also considering the therapeutic options now and in the future. Support for patients and their family is the responsibility of the general practitioner, who must also consider the patient's driving proficiency and the wishes for euthanasia of the demented older adult. The revised version of the practice guideline ‘Dementia’ of the Dutch College of General Practitioners is well suited to the work of the general practitioner. It is advisable to read the practice guideline several times and in such cases not only to use the summary card but the entire practice guideline.

Zie ook de artikelen op bl. 1179 en 1191.

Dementie is een typisch huisartsgeneeskundig onderwerp omdat de huisarts in de huidige structuur van de gezondheidszorg nog steeds een centrale rol speelt bij de diagnostiek en de begeleiding van patiënten met een of andere vorm van dementie. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft al in 1991 een standaard ‘Dementiesyndroom’ samengesteld. In 1998 verscheen de eerste herziening, waarbij in de titel de term ‘dementiesyndroom’ werd vervangen door ‘dementie’, en in december 2003 volgde de tweede herziening.1-4

Het aantal ouderen zal de komende jaren flink toenemen, want de kinderen uit de naoorlogse geboortegolf worden binnen enkele jaren 60-plussers. Van hen zal naar verwachting een aanzienlijk aantal personen een of andere vorm van dementie krijgen. De standaard noemt prevalenties van 63 per 1000 personen ouder dan 65, oplopend tot 181 per 1000 bij 75-plussers. Echter, ook ontwikkelingen op het gebied van diagnostiek…