Samenvatting
Doel
Het vaststellen van de samenhang tussen de serumconcentratie van prostaatspecifiek antigeen (PSA) en de aanwezigheid van afwijkingen op een skelet- of CT-scan bij patiënten met een primair prostaatcarcinoom.
Opzet
Retrospectief.
Plaats
Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.
Patiënten en methode
Van 440 patiënten met een prostaatcarcinoom zonder klinische tekenen van metastasen die in de periode januari 1990-december 1994 op de polikliniek Urologie van het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam, Ziekenhuis Gooi-Noord te Blaricum of Ziekenhuis De Heel te Zaandam werden gezien, werden de serum-PSA-waarden vergeleken met de bevindingen op de skelet- en de CT-scan. Wat de CT-scan betreft, werden alleen de gegevens uit het AMC en het Ziekenhuis Gooi-Noord geanalyseerd.
Resultaten
Er waren 76 patiënten met een positieve skeletscan (17,3) en 31 (van 337; 9,2) met een positieve CT-scan. Bij een hogere serumconcentratie van PSA waren de kansen op afwijkingen op een skeletscan of een CT-scan groter. Van de 85 patiënten met een PSA-waarde < 10 μg/l had geen patiënt een positieve skeletscan en 1 (van 73; 1) een positieve CT-scan; van de 180 patiënten met een PSA-waarde < 20 μg/l hadden er 4 (2,2) een positieve skeletscan en 2 (van 154; 1,3) een positieve CT-scan. Het T-stadium, de histologische gradering en de serumactiviteit van alkalische fosfatase leken niet van aanvullende waarde te zijn.
Conclusie
Gezien de lage frequentie van afwijkingen op een skelet- of een CT-scan bij lage PSA-waarden, lijkt het gerechtvaardigd voor stagering bij patiënten met een klinisch niet gemetastaseerd prostaatcarcinoom en een serum-PSA-waarde van < 20 μg/l, geen skelet- en CT-scan meer te adviseren.
Reacties