De rol van familieleden in de zorg: wat de ggz kan leren van andere zorgsectoren

Perspectief
Hester M. van de Bovenkamp
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A5208
Abstract

Een goed contact tussen familieleden en zorgprofessionals in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) wordt in de weg gestaan door de nadruk op de autonomie en de privacy van de patiënt, terwijl dit contact voor de zorg van patiënten wel van belang is. Moeizame contacten tussen familie en zorgprofessionals lijken kenmerkend te zijn voor de ggz. Dit blijkt uit mijn onderzoek naar deze contacten, gebaseerd op een literatuurreview en interviews met familieleden van ggz-patiënten.1,2

Een ouder van een patiënt met schizofrenie verwoordde het probleem als volgt: ‘Het is in zijn belang dat er ook een keer gesproken wordt en de dingen bij naam benoemd worden. En als hij erbij is kun je niet alle dingen bij name noemen. En dan wordt die privacy ten onrechte wel eens misbruikt, vind ik hoor. “Ja, hij moet er bij zijn. Hij is de patiënt…” Ja dat realiseer ik me wel, maar wij zijn wel…

Auteursinformatie

Erasmus Universiteit Rotterdam, instituut Beleid en Management Gezondheidszorg, Rotterdam.

Contact Dr. H.M. van de Bovenkamp, bestuurskundige (vandebovenkamp@bmg.eur.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg te Rotterdam, waar dr. H.M. van de Bovenkamp werkzaam is, ontving een subsidie voor dit onderzoek van Meerkanten Geestelijke Gezondheidszorg.
Aanvaard op 25 juli 2012

Auteur Belangenverstrengeling
Hester M. van de Bovenkamp ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties