De rijke arts

Thijs Feuth
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:B2234

artikel

Eens vroeg een opleider me waarom ik niet rijk was als ik zo slim was. Misschien wilde hij me vertellen dat ik te bijdehand deed, maar de vraag deed met mij iets heel anders. Ik ging nadenken. Rijk? Ik gaf niets om geld, mijn rijkdommen waren niet in centen uit te drukken. Ik was rijk in de liefde, rijk in gezondheid, en wat nog belangrijker was: ik was rijk in de twijfel en in de fantasie. De zekerheden waar anderen hun toekomst op bouwden, een vast contract, een eigen huis, een vangnet, symboliseerden voor mij de spijlen van het gevang. De meeste keuzes die ik maakte, pakten financieel gezien slecht uit. Want zo zit de wereld in elkaar: met salaris kopen ze je vrijheid af. Echte keuzes vormen altijd een financieel risico.

De tegenvraag die ik die opleider nooit stelde was waarom je rijk zou willen zijn als je slim was. Er moest wel een steekje los zijn als je je tevredenstelde met een villa, een jacht, jaarlijks een skivakantie en twee mediterrane weken in de zomervakantie, terwijl je bloedvaten dichtslibden, de boeken ongelezen in de kast stonden en de piano stond te verpieteren. Zodat je tegen pensioenleeftijd het leven had verleerd. Het ziekenhuis werd weleens een dorp genoemd en er waren collega’s die slechts oog hadden voor het reilen en zeilen daar, binnen die kleine bebouwde kom. Misschien zouden ze het ooit tot opperhoofd schoppen.

‘Wie zorg draagt voor de medemens, dient in te zetten op nivellering’

Mijn intuïtie zei dat het leven in zoveel mogelijk dimensies diende te worden geleefd. Leven betekende dagelijks opnieuw geboren worden. Mijn intuïtie schoot tekort bij de betekenis van geld. Verdiende ik wel wat ik kreeg? Waarom worden artsen zoveel beter beloond dan verpleegkundigen? En waarom stijgt het salaris met de leeftijd? Ik vermoed dat het meer met machtposities te maken heeft dan met rechtvaardigheid. Dat in tijden van crisis en inflatie de hoge lonen in de zorg percentueel net zo hard stijgen als de lage, alsof een plezierbootje in Saint-Tropez even belangrijk is als de schoolboeken voor kinderen, gaat er bij mij niet in.

Economische welvaart is een belangrijke factor voor je gezondheid, vooral als je geld tekortkomt. Wie zorg draagt voor zichzelf en de medemens, dient in te zetten op nivellering. Rijker leven en het geld beter verdelen sluiten elkaar niet uit. Het zou toch niet zo mogen zijn dat de patiënt, als bron van inkomen, beter voor de gezondheid van de arts is dan andersom?

Auteursinformatie

Thijs Feuth is longarts bij het universitair ziekenhuis van Turku en klinisch docent longziekten aan de universiteit van Turku in Finland. Daarnaast schrijft hij romans. Hij is een van de 5 vaste columnisten voor het NTvG.

Contact T. Feuth (thijsfeuth@gmail.com)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Arnoud
van den Eerenbeemt

In dit verband wijs ik graag op de zijdelings relevante en inmiddels verouderde begrippen 'praxis aurea' en 'praxis pauperum', in Pinkhof Geneeskundig woordenboek omschreven als 'artsenpraktijk met een patiëntenkring (syn patiënteel) van rijke patiënten' respectievelijk '... van mindervermogende patiënten'. Latijn 'praxis' = uitoefening, praktijk, 'aureus' = gouden, van goud, 'praxis aurea' = gouden praktijk', pauper' = arm(lastig), behoeftig.