Samenvatting
Om de overlevingskansen te bepalen van alle patiënten met kanker in een bevolking en de veranderingen in de tijd werd een follow-up-onderzoek uitgevoerd met behulp van de gegevens uit de kankerregistratie van het Integraal Kankercentrum Zuid en het Samenwerkingsorgaan Oncologie Ziekenhuizen in Zuidoost-Noord-Brabant en Noord-Limburg. De ziektegegevens van alle patiënten met een eerste diagnose kanker in de periode 1975-85 kwamen uit de medische dossiers en de follow-up van mogelijk overledenen geschiedde per 31 december 1987. De relatieve overleving en het quotiënt van de waargenomen en de verwachte overleving werden berekend en vergeleken met het beloop van de sterfte door kanker in de bevolking.
Van de 22.833 patiënten waren de gegevens van 22.744 evalueerbaar; van de patiënten was 22 ouder dan 75 jaar en bij 13 werd de tumor primair niet behandeld. De cumulatieve relatieve 5- en 10-jaarsoverleving was 33 en 27 bij mannen en 51 en 44 bij vrouwen. De relatieve 10-jaarsoverleving was meer dan 50 voor de ziekte van Hodgkin, huidmelanoom en kanker van testis, mamma, larynx, schildklier, cervix en corpus uteri en minder dan 20 voor kanker van slokdarm, maag, galblaas, pancreas, long en hersenen en de ziekte van Kahler.
Vergeleken met buitenlandse registraties bestonden geringe verschillen voor afzonderlijke tumoren.
In vergelijking tot 1975-79 veranderde de Nederlandse cumulatieve relatieve 5-jaarsoverleving van alle mannen te zamen niet in 1980-85, bij vrouwen steeg deze van 50 naar 52; er was vooral een toename bij patiënten onder de 45 jaar. De overleving bij kanker is licht verbeterd, vooral bij jongere patiënten en vrouwen.
Reacties