Daling ic-mortaliteit door selectieve decontaminatie nog niet bewezen

Selective decontamination reduces the mortality rate in ICU patients by about 3%. This was the conclusion of a recently published trial by De Smet et al. Because of possible ecological changes in the ICU by selective decontamination, a cluster-randomized design was used. As a consequence of this cluster randomization, the study lacked concealed allocation. Treatment allocation may therefore have been determined by prognostic factors. The discrepancies in baseline characteristics between the treatment groups are likely to be due to non-concealed allocation. For this reason the analysis was performed after making statistical adjustments for these discrepancies. The conclusion that selective bacterial decontamination reduces mortality is based on this adjusted analysis. This assumes that all differences between treatment groups were measured. This assumption cannot be proven and the possibility remains that the reduction in mortality found in this study is not a proper reflection of treatment effect.

In een recent artikel van De Smet et al. staat de vraag centraal naar het effect van selectieve bacteriële decontaminatie op de mortaliteit van patiënten op een ic.1 De auteurs concluderen dat zowel selectieve darmdecontaminatie (SDD) als selectieve orofaryngeale decontaminatie (SOD) een mortaliteitsreductie van ongeveer 3% geeft.

De vraag is of deze conclusie wel overtuigend is. Omdat de studie methodologische beperkingen heeft, moeten de conclusies van de auteurs met de nodige voorzichtigheid worden bezien.

Therapeutisch onderzoek

Het onderzoek van De Smet et al. is in opzet een therapeutisch onderzoek. In het ideale geval zijn dan de interventiegroep en de controlegroep vergelijkbaar wat betreft alle prognostische factoren en bestaat het enige verschil tussen de beide groepen uit de experimentele interventie. Wanneer aan deze voorwaarde is voldaan, kan elk verschil in behandelingsuitkomst logischerwijze worden toegeschreven aan de interventie.

Om deze vergelijkbaarheid van de interventiegroep en de controlegroep zo goed mogelijk te…

Artikelinformatie

24 september 2009

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A491

Vakgebied

Interne vakken

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Klinische Epidemiologie, Endocrinologie en Metabole Ziekten, Leiden.

Contact Dr. O.M. Dekkers, internist-endocrinoloog (o.m.dekkers@lumc.nl)

Verantwoording

Prof.dr. J.P. Vandenbroucke, epidemioloog, gaf commentaar op het manuscript.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 29 maart 2009