Samenvatting
Drie patiënten met een chylotborax en één patiënt met een chylopericard vormen de aanleiding een overzicht te geven van ontstaanswijze, oorzaken, diagnostiek en behandeling van chyluseffusies. Bij een patiënt met congenitale lymfevatafwijkingen en bij een patiënt met vermindering van de functie van het lymfevatsysteem door radiotherapie was de chylus geïnfecteerd. Beiden werden behandeld met drainage, spoelingen, antibiotica en vermindering van het aanbod aan de darm van langeketenvetzuren. Een van hen overleed wegens sepsis. De twee andere patiënten werden met succes conservatief behandeld.
Hoewel de chylomicrons uit de chylus bij deze patiënten werden aangetoond met de centrifugemethode, is de kwantitatieve bepaling van het triglyceridengehalte de beste methode om chylus te onderscheiden van pseudochylus.
Bij vochtophopingen in pleura- of pericardholte zal men altijd rekening moeten houden met de mogelijkheid van chylus. Lymfe die op deze wijze een uitweg gevonden heeft, vormt een ernstige bedreiging voor de patiënt door het negatieve effect van de vochtophoping op respiratie en circulatie en door het verlies van grote hoeveelheden eiwit en vet. Door het geringe voorkomen en de verschillende oorzaken van chylothorax en chylopericard ontbreken algemeen geaccepteerde richtlijnen voor de behandeling ervan.
Het vaststellen van dit relatief zeldzame ziektebeeld bij 4 patiënten was voor ons aanleiding de anatomie, de etiologie en de therapie van chylothorax en chylopericard nader te beschrijven.
Reacties