Zie ook het artikel op bl. 719.
Dames en Heren,
Uit de statistieken van de landelijke registratie ‘Nierfunctievervangende therapie’, zoals die door de stichting RENINE worden bijgehouden, blijkt dat in 2001 het aantal dialysepatiënten en het aantal patiënten die startten met dialyse, verder zijn toegenomen. In de volgende ziektegeschiedenissen wordt nader ingegaan op het nut van bijtijds verwijzen van patiënten met chronische nierinsufficiëntie naar een specialist met specifieke kennis op het gebied van nierfunctiestoornissen en nierfunctievervangende therapie.
Patiënt A, een 53-jarige vrouw, werd verwezen voor nierfunctievervangende behandeling vanwege terminale nierinsufficiëntie. Zij was bekend wegens chronische pyelonefritis. Bij overplaatsing klaagde zij over moeheid, afgenomen eetlust, geleidelijk opgetreden gewichtsverlies gedurende de laatste maanden, jeuk en branderige ogen. De laatste jaren had zij geen blaasontsteking doorgemaakt en geen bijzonderheden aan de urine opgemerkt.
Bij lichamelijk onderzoek werd een bloeddruk van 150/95 mmHg gemeten, was de polsslag 56 slagen/min, en vielen hyperemische conjunctivae op…
Reacties