Chronische nierinsufficiëntie: bijtijds verwijzen

Klinische praktijk
P.M. ter Wee
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:697-3
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 719.

Dames en Heren,

Uit de statistieken van de landelijke registratie ‘Nierfunctievervangende therapie’, zoals die door de stichting RENINE worden bijgehouden, blijkt dat in 2001 het aantal dialysepatiënten en het aantal patiënten die startten met dialyse, verder zijn toegenomen. In de volgende ziektegeschiedenissen wordt nader ingegaan op het nut van bijtijds verwijzen van patiënten met chronische nierinsufficiëntie naar een specialist met specifieke kennis op het gebied van nierfunctiestoornissen en nierfunctievervangende therapie.

Patiënt A, een 53-jarige vrouw, werd verwezen voor nierfunctievervangende behandeling vanwege terminale nierinsufficiëntie. Zij was bekend wegens chronische pyelonefritis. Bij overplaatsing klaagde zij over moeheid, afgenomen eetlust, geleidelijk opgetreden gewichtsverlies gedurende de laatste maanden, jeuk en branderige ogen. De laatste jaren had zij geen blaasontsteking doorgemaakt en geen bijzonderheden aan de urine opgemerkt.

Bij lichamelijk onderzoek werd een bloeddruk van 150/95 mmHg gemeten, was de polsslag 56 slagen/min, en vielen hyperemische conjunctivae op…

Auteursinformatie

VU Medisch Centrum, afd. Nefrologie, De Boelelaan 1117, 1081 HV Amsterdam.

Contact Hr.prof.dr.P.M.ter Wee, internist-nefroloog (nefrol@vumc.nl)

Verantwoording

Namens de Kwaliteitscommissie van de Nederlandse Federatie voor Nefrologie, waarvan de leden aan het einde van dit artikel staan vermeld.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties