Samenvatting
Bij ouderen kan het risico op hart- en vaatziekten (HVZ) gereduceerd worden door cholesterolverlaging.
Bij ouderen bestaat echter een grote spreiding in de hoogte van het risico op HVZ. Concurrerende risico’s, tijd-tot-baat van de medicatie in relatie tot de levensverwachting en de kwetsbaarheid van de patiënt moeten worden meegewogen bij het besluit om een oudere patiënt al dan niet een cholesterolverlager voor te schrijven.
Gebruik bij het schatten van het cardiovasculaire risico bij ouderen een individuele risicoscore die rekening houdt met concurrerende risico’s.
Begin bij vitale ouderen zonder vaatlijden alleen met cholesterolverlagers als zij een hoog cardiovasculair risico hebben, bijvoorbeeld door diabetes mellitus of een zeer hoge bloeddruk. Er is geen plaats voor cholesterolverlagers bij kwetsbare ouderen zonder vaatlijden.
Begin met een cholesterolverlager bij oudere patiënten met vaatlijden of continueer deze. Stop bij patiënten die hinderlijke bijwerkingen ondervinden of als de levensverwachting van de patiënt niet langer dan 1-2 jaar is.
Reacties