Cel en ziekte. VI. Pathologie van het celskelet

Klinische praktijk
F.C.S. Ramaekers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:2077-81

De reeds verschenen artikelen uit deze serie zijn gepubliceerd op bl. 1806, 1808, 1868, 1914, 1961 en 2028.

Vi.1. inleiding

In nagenoeg iedere kernhoudende cel worden elektronenmicroscopisch cytoplasmatische vezels aangetroffen. Bij nader onderzoek kan op grond van de vezeldikte een aantal groepen van deze filamenten onderscheiden worden. Een uitgebreide beschrijving van deze celskeletcomponenten en hun mogelijke functie is gegeven in hoofdstuk VIII van de reeks ‘Celbiologie in medisch perspectief’ door Everts en Schellens (1991; 135: 2365-9). Hier zal slechts beknopt op hun belangrijkste eigenschappen ingegaan worden.

De filamentstructuren van het celskelet worden verdeeld in microtubuli, microfilamenten en intermediaire filamenten; de dikte van deze laatste ligt tussen die van de twee andere typen. Behalve elektronenmicroscopisch kunnen deze structuren in de cel ook zichtbaar gemaakt worden met behulp van immunohistochemische technieken (figuur VI.1), waarbij gebruik gemaakt wordt van specifieke antistoffen, gericht tegen de eiwitten waaruit de verschillende vezeltypen zijn opgebouwd…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit Limburg, vakgroep Moleculaire Celbiologie en Genetica, Maastricht.

Prof.dr.F.C.S .Ramaekers.

Contact prof.dr.F.T.Bosman, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties