Een systematische review en meta-analyse

Bijnierschorsinsufficiëntie bij gebruik glucocorticoïden*

Onderzoek
Leonie H.A. Broersen
Alberto M. Pereira
Jens Otto L. Jørgensen
Olaf M. Dekkers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A9347
Abstract

Samenvatting

Doel

Het schatten van het risico op bijnierschorsinsufficiëntie na behandeling met glucocorticoïden, en het stratificeren van de resultaten naar toedieningsvorm, ziekte, behandelduur en dosering.

Opzet

Systematische review en meta-analyse.

Methode

In PubMed, MEDLINE, Embase, Cochrane, CENTRAL, Web of Science, CINAHL en Academic Search Premier zochten we naar relevante studies. We includeerden originele artikelen die bijnierschorsinsufficiëntie diagnosticeerden bij volwassen gebruikers van glucocorticoïden.

Resultaten

We includeerden 74 artikelen met in totaal 3753 deelnemers. Gestratificeerd naar toedieningsvorm varieerde het percentage patiënten met bijnierschorsinsufficiëntie van 4,2 bij nasale toediening (95%-BI: 0,5-28,9) tot 52,2 bij intra-articulaire toediening (95%-BI: 40,5-63,6). Gestratificeerd naar ziekte varieerde het percentage patiënten met bijnierschorsinsufficiëntie van 6,8 bij astmapatiënten die alleen inhalatieglucocorticoïden gebruikten (95%-BI: 3,8-12,0) tot 60,0 bij patiënten met hematologische maligniteiten (95%-BI: 38,0-78,6). Bij astmapatiënten varieerde het risico op bijnierschorsinsufficiëntie per dosering van 2,4% bij een lage dosering (95%-BI: 0,6-9,3) tot 21,5% bij een hoge dosering (95%-BI: 12,0-35,5), en per behandelduur van 1,4% bij een behandelduur < 28 dagen (95%-BI: 0,3-7,4) tot 27,4% (95%-BI: 17,7-39,8) bij behandelingen > 1 jaar.

Conclusie

Bijnierschorsinsufficiëntie komt vaak voor bij patiënten die glucocorticoïden hebben gebruikt. Er is geen toedieningsvorm, dosering, behandelduur of onderliggende ziekte waarbij bijnierschorsinsufficiëntie met zekerheid kan worden uitgesloten, hoewel hogere doses en een langere behandelduur een hoger risico geven. In de klinische praktijk moeten gebruikers van glucocorticoïden laagdrempelig getest worden op bijnierschorsinsufficiëntie, zeker patiënten met aspecifieke symptomen na het staken van glucocorticoïden.

Auteursinformatie

*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in The Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism (2015;100:2171-80) met als titel ‘Adrenal insufficiency in corticosteroids use: systematic review and meta-analysis’. Afgedrukt met toestemming.

Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden.

Afd. Klinische Epidemiologie: L.H.A. Broersen, student geneeskunde; dr. O.M. Dekkers, epidemioloog en internist-endocrinoloog (tevens: LUMC, afd. Interne Geneeskunde, en Aarhus Universiteit, Denemarken).

Afd. Interne Geneeskunde: prof.dr. A.M. Pereira, internist-endocrinoloog.

Aarhus Universiteit, afd. Endocrinologie, Aarhus, Denemarken: dr. J.O.L. Jørgensen, internist-endocrinoloog.

Contact dr. O.M. Dekkers (o.m.dekkers@lumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Dhr. J.W. Schoones droeg bij aan de uitvoering van het literatuuronderzoek.

Auteur Belangenverstrengeling
Leonie H.A. Broersen ICMJE-formulier
Alberto M. Pereira ICMJE-formulier
Jens Otto L. Jørgensen ICMJE-formulier
Olaf M. Dekkers ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties