Samenvatting
Doel
Inzicht krijgen in de klinische en economische resultaten van de behandeling van femurschachtfracturen bij kinderen met 3 weken tractie en 3 weken poliklinische gipsimmobilisatie, ten opzichte van met 6 weken tractie.
Opzet
Retrospectief.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam.
Methode
In de periode 1981-1989 werden 278 kinderen met een femurschachtfractuur behandeld. Van hen kwamen 229 in aanmerking voor het na-onderzoek. Van deze groep werden 139 (groep 1) behandeld met 6 weken tractie en 90 (groep 2) met 3 weken tractie en 3 weken poliklinische gipsimmobilisatie. De groepen waren goed vergelijkbaar. Gemeten werden de beenverkorting en de anterieure en de mediale angulatie.
Resultaten
Alle fracturen heelden, complicaties traden zelden op, en waren gelijk verdeeld over de 2 groepen. Er waren geen significante verschillen wat betreft functie, beenverkorting en anterieure en mediale angulatie. De gemiddelde opnameduur in groep 1 was bijna 47 dagen, tegen ruim 22 dagen in groep 2, wat neerkomt op een besparing van ongeveer ƒ 19.500,- per kind.
Conclusie
De resultaten van de behandeling van femurschachtfracturen met 3 weken tractie en 3 weken poliklinische immobilisatie verschilden niet van die na 6 weken tractie. De kortere opnameduur betekende een aanzienlijke kostenbesparing.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, juni 1994,
Met veel belangstelling lazen wij het artikel van Geerdes et al. over het verkorten van de duur van de klinische behandeling van femurfracturen bij kinderen en de daaruit voortvloeiende kostenbesparing (1994;1118-21). Graag willen wij wijzen op twee andere methoden, die door ons met succes worden toegepast en ook de opnameduur verkorten.
Bij kinderen jonger dan 4 jaar bij wie de femurfractuur wordt geïmmobiliseerd door Bryant-tractie, wordt in ons centrum een kleinere stellage toegepast, zodat het geheel op een brancard kan worden gezet. Het kind kan zo naar huis worden vervoerd, waar de totale immobilisatie van 3-4 weken voltooid wordt. Goede instructie van de ouders en de eerstelijnsgezondheidszorg, over onder andere hoe de tractie aangelegd wordt, is een voorwaarde.
Bij kinderen vanaf 4 jaar is het mogelijk om intramedullaire fixatie met elastisch stabiele titanium pennen te doen. De pennen zijn door Prévot ontwikkeld in de Clinique Chirurgical Pediatrique de Nancy teneinde een oefenstabiele osteosynthese te bereiken.1-4 Ze worden door ons kortweg ‘Nancy-pennen’ genoemd. Na het inbrengen van deze intramedullaire fixatie onder narcose bestaat de nabehandeling uit 3 weken bedrust. In deze periode wordt met het been onbelast geoefend. De laatste 2 weken kunnen thuis worden doorgebracht. Indien röntgenologisch goede callusvorming aanwezig is, wordt de patiënt gemobiliseerd zonder krukken. Controle op beweeglijkheid van de knie en op callusvorming geschiedt op de polikliniek. Na 3 tot 6 maanden worden de Nancy-pennen in dagbehandeling onder narcose verwijderd. Door ons zijn tot nu toe 11 patiënten zo behandeld met een follow-up-duur van 0-1,5 jaar. Tot nu toe zijn geen standafwijkingen gevonden. De effecten op de lengtegroei houden wij nauwlettend in de gaten.
Wij constateren dat deze methode in vergelijking met de 3 weken opname, genoemd in het artikel van Geerdes et al., nog een verdere opnameverkorting van 2 weken betekent. Hier tegenover staat een dagopname met algehele anesthesie voor het verwijderen van de pennen. Ook de mobiele Bryant-tractie betekent een verkorting van de opname met 2 weken.
Ligier JN, Metaizeau JP, Prévot J, Lascombes P. Elastic stable intramedullary pinning of long bone shaft fractures in children. Z Kinderchir 1985;40:209-12.
Verstreken L. Le traitement orthopédique de l'enfant polytraumatisé et ses progrès récents. Acta Chir Belg 1990;90:177-84.
Heinrich SD, Drvaric D, Darr K, MacEwen GD. Stabilization of pediatric diaphyseal femur fractures with flexible intramedullary nails (a technique paper). J Orthop Trauma. 1992;6:452-9.
Blount WP. Fractures in children. Ch VII. Injuries of the femur. Fig 178. New York: Huntington, 1977.
(Geen onderwerp)
Rotterdam, juli 1994,
Sleeboom et al. stellen dat de opnameduur verder verkort kan worden. Ten aanzien van kinderen jonger dan 4 jaar zijn wij het met hen eens dat hier een verdere verkorting van de opnameduur kan worden verkregen door het aanpassen van de Bryant-tractie zodat deze patiënten thuis kunnen worden verpleegd.
Bij de behandeling vanaf 4 jaar door middel van intramedullaire fixatie hebben wij echter twijfels die alleen kunnen worden weggenomen door goede lange-termijnresultaten van deze door Prévot geïntroduceerde behandelingsmodaliteit. In het oorspronkelijke artikel over het werk van Prévot worden de resultaten besproken van 106 femurschachfracturen bij een groep kinderen die gemiddeld 10 jaar zijn.1 Bij 23 van deze kinderen is de follow-up minimaal 1 jaar, waarbij de gemiddelde verlenging van de aangedane zijde 4,5 mm is. Dat lijkt een goed resultaat, maar de kritische periode voor versterkte lengtegroei is nu juist 2-10 jaar.2-4 Bij kinderen jonger dan 2 jaar en bij kinderen rond de puberteit wordt deze versterkte groei na een femurschachtfractuur niet of in mindere mate gezien. Bij de oudere groep lijkt intramedullaire fixatie derhalve een goede optie. Bij kinderen van 2-10 jaar lijkt dit daarentegen zeker niet bewezen. Een spoedig antwoord op deze vraag kan echter worden verkregen door een multicentra-trial uit te voeren. Belangstellenden hiervoor worden opgeroepen zich met ons in verbinding te stellen.
Ligier JN, Metaizeau P, Prévot J, Lascombes P. Elastic stable intramedullary pinning of long bone shaft fractures in children. Z Kinderchir 1985;40:209-12.
Abbott LC. Fractures of the femur: with special reference to the treatment of ununited and malunited cases by manipulation and caliper extension. Arch Surg 1924:9:413.
Aitken AP. Overgrowth of the femoral shaft following fracture in children. Am J Surg 1939;21:334.
Tachdjian MO. Fractures of the femoral shaft. Pediatric Orthopedics 1990(4):3248-74.