Bezoek aan een klinisch-genetisch centrum voor erfelijkheidsadvies bij psychiatrische stoornissen

Evaluation of the genetic counselling for psychiatric disorders in a clinical genetic service.

Design

Retrospective.

Setting

Clinical Genetic Service Rotterdam, the Netherlands.

Method

Evaluation of the psychiatric genetic counselling during the period 1985-1992 (n = 49).

Results

Psychiatric disorders were the indication for genetic counselling in 1. A minority of the consultants were referred by the psychiatrist. The most common question was the risk of future children becoming affected by a psychiatric disorder already present in the family. The male-female ratio was about one for the whole group of consultants. Affected relatives were significantly more frequent in the woman's family than in the man's. The average number of affected individuals in a family was 3.6.

Conclusion

Genetic counselling for psychiatric disorders in a clinical genetic service is requested infrequently considering the frequency of these problems. This may be related to a lack of need for information and counselling in potential consultants or to adequate information by treating physicians, but also to insufficient recognition by general practitioners and psychiatrists of questions patients and their family have.

Samenvatting

Doel

Evaluatie van de erfelijkheidsadvisering aangaande psychiatrische stoornissen in een klinisch-genetisch centrum.

Opzet

Retrospectief.

Plaats

Klinisch Genetisch Centrum Rotterdam.

Methode

Evaluatie van adviesvragen over psychiatrische ziekten uit de periode 1985-1992 (n = 49).

Resultaten

Psychiatrische ziekten vormden in 1 van de gevallen de reden voor het vragen van erfelijkheidsadvies. Een minderheid van de adviesvragers werd door de psychiater verwezen. De meest voorkomende vraag betrof het risico dat toekomstige kinderen een psychiatrische aandoening zouden krijgen die bij familieleden voorkwam. De aantallen mannen en vrouwen in de totale groep adviesvragers waren ongeveer gelijk. Familieleden met de betreffende psychiatrische stoornis kwamen significant vaker voor in de familie van de vrouw dan in die van de man. Per adviesvraag waren er gemiddeld 3,6 indexpatiënten.

Conclusie

Erfelijkheidsadvies aangaande psychiatrische stoornissen binnen een klinisch-genetisch centrum wordt weinig gevraagd in verhouding tot de frequentie van deze problematiek. Dit kan wijzen op het ontbreken van een behoefte aan informatie en begeleiding bij potentiële adviesvragers of op een adequate informatievoorziening door behandelaars, maar ook op onvoldoende onderkenning van vragen van patiënten en familieleden door huisartsen en psychiaters.