Samenvatting
Doel
Berekenen van de kosten van de zorg voor beroertepatiënten en de kosteneffectiviteit in verband met de aanbevelingen voor stroke units en preventie van recidieven in de onlangs hernieuwde CBO-richtlijn ‘Beroerte’.
Opzet
Kostenberekening.
Methode
Modelberekeningen van de medische kosten per patiënt en de kosten per gewonnen levensjaar zonder ernstige ziekte (Rankin-score (< 3)) van de verschillende opties in de CBO-richtlijn.
Resultaten
De kosten van de zorg na een ernstige beroerte tot aan overlijden varieerden, afhankelijk van leeftijd en geslacht, tussen de ƒ 84.000 en ƒ 292.000 per patiënt. De kosteneffectiviteit van stroke units nam af met de leeftijd en varieerde tussen ƒ 37.000 en ƒ 60.000, met een tamelijk grote onzekerheidsmarge. Van de 7 opties voor secundaire preventie waren 4 kosteneffectief volgens eerder gebezigde criteria (< ƒ 40.000 per gewonnen levensjaar zonder ernstige ziekte). Acetylsalicylzuur als monotherapie werd als eerste en dipyridamol als tweede optie aanbevolen bij patiënten zonder atriumfibrilleren. Bij de huidige kostprijs was preventie met clopidogrel niet kosteneffectief. Antistolling na een beroerte bij atriumfibrilleren was verhoudingsgewijs kosteneffectief.
Conclusies
Bij een korte opnameduur kunnen stroke units even kosteneffectief zijn als andere ziekenhuisinterventies. Acetylsalicylzuur als monotherapie is voor secundaire preventie het kosteneffectiefst.
Reacties