Samenvatting
- Van de patiënten met een seminoom in klinisch stadium I heeft 20 micrometastasering in de retroperitoneale lymfeklieren en bij de patiënten met een non-seminoom in klinisch stadium I gaat het om 30.
- Het is niet mogelijk micro-uitzaaiingen te detecteren. Bijna alle patiënten genezen van de ziekte, ongeacht de keuze van behandeling. Deze is gebaseerd op de wens van de patiënt, de voorkeur van de arts, lokale expertise en risicofactoren voor uitzaaiingen.
- Bij een seminoom bestaat de behandeling uit regelmatige controles (‘waakzaam wachten’), radiotherapie of chemotherapie.
- Bij een non-seminoom in klinisch stadium I zonder vaatingroei is de kans op micro-uitzaaiingen in de retroperitoneale klieren 15. De standaardbehandeling bestaat uit waakzaam wachten. De opties ‘retroperitoneale lymfeklierdissectie met, in het geval van positieve klieren, chemotherapie’ en ‘primaire chemotherapie’ betekenen meer overbehandeling, maar minder onzekerheid bij patiënten.
- Bij een non-seminoom in klinisch stadium I met vaatingroei is de kans op micro-uitzaaiingen 50. De standaardbehandeling is dan waakzaam wachten of retroperitoneale lymfeklierdissectie met eventueel chemotherapie in geval van positieve klieren. Een andere optie is primaire chemotherapie.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2637-42
Reacties