Is behandeling met vitamine D3 van perniones zinvol?

Klinische praktijk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:117
Download PDF

artikel

VRAAG 1. In onze regio wordt vooral door de dermatologen veelvuldig voor perniones vitamine D3 600.000 E intramusculair geïnjecteerd. Is er een rationele verklaring voor deze handelwijze? Hoe groot is de kans op vitamine D-intoxicatie bij deze therapie? De dosering lijkt mij fysiologisch veel te hoog als de vitamine D-opname verder normaal is.

ANTWOORD. Perniones lijken tegenwoordig aanzienlijk minder voor te komen dan vroeger. Waarschijnlijk is dat toe te schrijven aan betere kleding, ruimer en warmer schoeisel en een gelijkmatiger (centrale) verwarming in huis. De aandoening komt voornamelijk bij vrouwen voor. In sommige oude dermatologische boeken worden injecties met vitamine D3 als een mogelijke behandeling genoemd.1 In recente standaardwerken en leerboeken komt men deze behandeling echter niet meer tegen.23 Goed gecontroleerde onderzoekingen naar de doeltreffendheid van vitamine D3 bij perniones zijn niet verricht. Het nut ervan lijkt dubieus.

In het Farmacotherapeutisch Kompas (1986; 772-3) wordt als dosering van het injecteerbare cocalciferol genoemd eens per jaar 600.000 IE of 2 maal per jaar 300.000 E met 2-4 maanden pauze. Hogere doseringen kunnen symptomen van vitamine D-intoxicatie geven met hoge calcium- en fosfaatspiegels in het bloed, osteoporose, nierstenen, nefrocalcinose, hoofdpijn, misselijkheid, diarree, enz. Aangezien deze behandeling dus niet zonder risico is, met name wanneer bovengenoemde dosis wordt overschreden en het nut omstreden is, lijkt het verstandiger hiermee terughoudend te zijn. Past men deze behandeling toch toe, dan is controle van de calcium- en fosfaatspiegels in het bloed gewenst.

Een klassieke en eenvoudige behandeling die in recente standaardwerken nog wel doeltreffend wordt genoemd, is hoogtezon, 3 maal per week gedurende bijv. 6 weken. Dit lijkt in ieder geval minder riskant.2

Literatuur
  1. Hermans EH, Hermans EH. Huid- en geslachtsziekten. Leiden:Stafleu, 1967.

  2. Rook A, Wilkinson DS, Ebling FJG, Champion RH, Burton JL.Textbook of dermatology, 4th ed. Oxford: Blackwell, 1986.

  3. Fitzpatrick ThB, Eisen AZ, Wolf K, Freedberg IM, AustenKF. Dermatology in general medicine. 3rd ed. New York: McGraw-Hill,1987.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties