Is vitaminesuppletie bij bejaarden zinvol?

Klinische praktijk
M. van Dusseldorp
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:667-72

Zie ook het artikel op bl. 662.

Bejaarden worden in de voedingsleer niet beschouwd als een aparte categorie. Dit komt deels doordat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de eisen waaraan de voeding van bejaarden moet voldoen. Daarnaast is het moeilijk om bejaarden als één groep te beschouwen gezien de grote individuele variatie in lichamelijke toestand en het toenemend aantal personen met chronische ziekten, hetgeen consequenties heeft voor de voedingsadviezen.

De vraag of vitaminesuppletie zinvol is, zal beantwoord worden aan de hand van gegevens over de voedingstoestand van bejaarden. Hieruit worden enkele risicogroepen aangewezen. Tevens zullen per vitamine belangrijke risicosituaties voor het oplopen van een deficiëntie aangegeven worden en zal aandacht worden geschonken aan mogelijke schadelijke effecten van suppletie.

Bepaling van de voedingstoestand

De voedingstoestand van een individu wordt primair vastgesteld door onderzoek naar klinische verschijnselen van wanvoeding en functiestoornissen; meting van biochemische grootheden kan daarbij behulpzaam zijn. Het probleem…

Auteursinformatie

Katholieke Universiteit, afd. Voedingsleer van de Mens, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Mw.ir.M.van Dusseldorp, voedingskundige.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

De Krim, april 1988,

Mw.ir.Van Dusseldorp stelt o.a.: ‘Hypervitaminose A vormt een reëel gevaar voor mensen die op eigen initiatief of in het kader van het zgn. Moermandieet, vitamine A-preparaten gebruiken’ (1988;667-72). Ook schrijft zij: ‘Symptomen van hypervitaminose A bij volwassenen doen zich voor bij dagelijkse opname van 50.000 IE ... gedurende minstens één maand’. Zij doet deze bewering, zonder zelf onderzoek naar de effecten van dagelijkse toediening van 50.000 IE vitamine A gedurende 1 maand te hebben verricht.

Op grond van eigen ervaring van dagelijkse toediening van 50.000-100.000 IE vitamine A gedurende ½ tot 3 jaar aan meer dan 1000 patiënten met kanker, meen ik haar beweringen in twijfel te kunnen trekken. Bij een dosis van 50.000 IE per dag treden uiterst zelden symptomen van overdosering op. Bij een dosis van 100.000 IE per dag gedurende enige maanden treedt slechts een enkele maal een symptoom van overdosering op in de vorm van hoofdpijn òf een ruwe plek ter grootte van een gulden lateraal en proximaal aan het bovenbeen of bovenarmn Zeker 90% van alle mensen die maandenlang 100.000 IE vitamine A per dag innemen in het kader van de Moermantherapie (en dus ook extra vitamine E krijgen) verdraagt deze dosering zonder klachten. Van een reëel gevaar voor hypervitaminose A is niets gebleken. Aan het einde van haar artikel vermeldt mw.ir.Van Dusseldorp het axioma der geneeskunde, nl., dat geen enkele voorgestelde therapie veilig is, totdat aangetoond is, dat ze veilig is. Dat geldt ook voor een bewering dat een bepaalde toediening onveilig is. Ook die onveiligheid moet aangetoond, niet slechts beweerd worden.

A. Ronhaar

Groningen, april 1988,

Mw.ir.Van Dusseldorp bespreekt de indicaties voor toediening van vitaminepreparaten en de daaraan verbonden nadelen op een mijns inziens zeer evenwichtige wijze. Toch lijkt het me als clinicus met ervaring in dezen nuttig een enkele aanvulling te geven over het foliumzuur.

Het door haar genoemde maskerende effect van foliumzuur op symptomen van vitamine B12-deficiëntie heeft alleen betrekking op een door vitamine B12-tekort veroorzaakte anemie, maar niet op de neurologische verschijnselen. Kort na de invoering van foliumzuurpreparaten werd zelfs beschreven dat neurologische verschijnselen in versneld tempo kunnen optreden. In 1959 schreef Herbert daarom: ‘Particularly pernicious is the uncontrolled widespread public promotion and sale of ”geriatric“ vitamin preparations containing folic acid. The sales campaigns for these preparations are aimed at the elderly part of the population in which nearly all cases of pernicious anaemia occur. The hapless victims of these campaigns are those individuals with vitamin B12 deficiency due to lack of intrinsic factor, who purchase with their geriatric vitamins an excellent chance for irreversible neurologic damage.’1 Mijns inziens is ook nu nog van kracht het door Wintrobe et al. gegeven advies: ‘It is prudent, whenever possible, to perform tests of vitamin B12 absorption whenever long term folate therapy is contemplated.’2

H.O. Nieweg
Literatuur
  1. Herbert V. The megaloblastic anemias. New York: Grune & Stratton, 1959: 98.

  2. Wintrobe MM, et al. Clinical hematology. 8th ed. Philadelphia: Lea & Febiger, 1981: 593.

Nijmegen, april 1988,

De schadelijke gevolgen van inname van hoge doses vitamine A (50.000 IE per dag of meer) zijn uitgebreid in de wetenschappelijke literatuur beschreven.1-3 Kamm et al. beschrijven alleen al zo'n 600 gevallen van hypervitaminose A.1

De gegevens van dokter Ronhaar zijn zeer interessant. Ik wil de mogelijkheid niet uitsluiten dat patiënten met kanker anders reageren op inname van hoge doses vitamine A, of dat zij worden beschermd tegen hypervitaminose A door de extra vitamine E-inname. Zolang gegevens hieromtrent echter niet zijn gepubliceerd volgens de voor wetenschappelijke rapportage geldende normen, is het niet mogelijk ze op hun waarde te beoordelen. Hiervoor is het immers noodzakelijk kennis te nemen van de onderzoeksopzet, de wijze van toediening, de therapietrouw, het aantal waarnemingen, de manier van vastleggen van symptomen, de analyse, etc. Zolang niet duidelijk is of kankerpatiënten minder gevoelig zijn voor schadelijke gevolgen van inname van hoge doses vitamine A lijkt het mij verstandig om voor de veiligste weg te kiezen: ofwel een veilige dosis vitamine A geven, ofwel hiervoor in de plaats het onschadelijke β-caroteen suppleren.

Prof.dr.Nieweg dank ik voor de zeer waardevolle aanvulling. Toediening van foliumzuur bij een vitamine B12-deficiëntie kan resulteren in een schijnbare vermindering van de megaloblastaire anemie. De aanwezige vitamine B12-deficiëntie blijft echter voortbestaan en zal zich uiten in neurologische verschijnselen, die op den duur irreversibel kunnen zijn.3

M. van Dusseldorp
Literatuur
  1. Kamm JJ, Ashenfelter KO, Ehmann CW. Preclinical and clinical toxicology of selected retinoids. In: Sporn MB, Roberts AB, Goodman DWS, eds. The retinoids. Vol II. New York: Academic Press, 1984: 287-326.

  2. Olson JA. Recommended dietary intakes (RDI) of vitamin A in humans. Am J Clin Nutr 1987; 45: 704-16.

  3. Goodman Gilman A, Goodman LS, Rall TW, Murad F, eds. The pharmacological basis of therapeutics. 7th ed. New York: Macmillan, 1985.