Samenvatting
In de afgelopen decennia zijn de prevalentie van voedselallergieën en de aan allergie gerelateerde zorgkosten aanzienlijk toegenomen. De dubbelblinde, placebogecontroleerde voedselprovocatietest is de gouden standaard om een voedselallergie te diagnosticeren. De uitvoering van deze test is echter niet zonder risico, arbeidsintensief en kostbaar. Bovendien is de voedselprovocatietest beperkt beschikbaar, wat heeft geleid tot (lange) wachtlijsten. Er is dus behoefte aan een veilige, betrouwbare, patiëntvriendelijke, snelle en goedkope test om een voedselallergie te detecteren. De basofielenactivatietest is mogelijk een goed alternatief, maar deze test wordt momenteel slechts toegepast bij een beperkt aantal allergenen – en dus bij een beperkt aantal patiënten – in enkele klinieken en laboratoria in Nederland. Landelijke samenwerkingen tussen laboratoria en allergiecentra moeten leiden tot meer kennis en borging daarvan, wat de validatie en de implementatie van de test ten goede komt.
Reacties