Samenvatting
Achtergrond
Heparinegeïnduceerde trombocytopenie (HIT) type II is een aandoening die wordt veroorzaakt door IgG-antistoffen tegen plaatjesfactor4(PF4)-heparine(H)-complex. Daarbij is sprake van een verhoogde stollingsneiging. Typerend is ≥ 50% trombocytendaling 5-10 dagen na blootstelling aan ongefractioneerde heparine of een LMWH.
Casus
Een 49-jarige vrouw kreeg neurologische uitvalsverschijnselen en pijn in de rechter hand na een recente ziekenhuisopname in Spanje. Zij had een ischemisch CVA en arteriële doorbloedingstoornissen van de rechter arm door uitgebreide trombose in de arcus aortae en aftakkingen, waarvoor wij haar behandelden met trombolyse en dalteparine. Gezien de lichte trombocytopenie bij binnenkomst, de verergering tijdens opname, en de blootstelling aan enoxaparine tijdens de eerdere ziekenhuisopname, stelden we de diagnose ‘HIT met arteriële trombose’.
Conclusie
Het stellen van de diagnose ‘HIT’ kan lastig zijn. Een klinische waarschijnlijkheidsscore gebaseerd op klinische parameters en laboratoriumonderzoekuitslagen, is hierbij belangrijk. Het is belangrijk dat geen vertraging optreedt in de herkenning en behandeling in verband met een hoog risico op complicaties.
Reacties