Snel de bron opsporen

Anticholinerg syndroom door verontreinigde kruidenthee

Klinische praktijk
Chris Oerlemans
Irma de Vries
Antoinette J.H.P. van Riel
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D1261
Abstract
Download PDF

Samenvatting

Achtergrond

Ondanks zorgvuldige productiemethoden en kwaliteitscontroles kunnen verontreinigingen in consumentenproducten voorkomen. In sommige gevallen kan dit leiden tot ernstige intoxicaties met potentieel fatale gevolgen.

Casus

Een 27-jarige man en een 28-jarige zwangere vrouw bezochten de SEH met een ernstig anticholinerg beeld na inname van heemstwortel (Althaea officinalis), gedronken in chocolademelk om verkoudheidsklachten te verlichten. Na een kort verblijf op de IC, verminderden de klachten dusdanig dat zij ontslagen konden worden. De heemstkruiden bleken vervuild te zijn met atropine, waarschijnlijk afkomstig van wolfskers (Atropa belladonna). Analyses van het verontreinigde product wezen uit dat de patiënten blootgesteld waren aan 20-200 mg atropine, terwijl vergiftigingsverschijnselen al op kunnen treden bij blootstelling aan 2 mg atropine.

Conclusie

Mede door consultatie van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum was snelle signalering mogelijk; door een goede samenwerking tussen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de leverancier kon de bron van de verontreiniging snel worden opgespoord en een epidemie worden voorkomen.

Leerdoelen
  • Bel bij opmerkelijke intoxicaties altijd met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC).
  • Het NVIC maakt een adequate risicoanalyse en signaleert tijdig onveilige producten op de Nederlandse markt.
  • Patiënten met het anticholinerg syndroom door vergiftiging, kunnen na enkele dagen opnieuw symptomen krijgen als de darmperistaltiek weer op gang komt.
  • Een goede samenwerking tussen het NVIC, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit en leveranciers kan een epidemie door verontreinigde producten voorkomen.

artikel

Inleiding

Hoewel het gebruik van kruidenthee doorgaans ongevaarlijk is, kan er onbedoeld een giftige plant in de theemelange terechtkomen, of kan er een verwisseling optreden met giftige planten of plantendelen. Eerder beschreven wij bijvoorbeeld een epidemie van epileptische aanvallen door het drinken van giftige kruidenthee.1 In 2013 ontving het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) binnen een week 6 meldingen van acute intoxicaties na het gebruik van heemstkruiden. Er werden 4 patiënten in het ziekenhuis opgenomen vanwege ernstige anticholinerge symptomen.

Wij beschrijven hier 2 van die patiënten, die een kruidenextract hadden gedronken om hun verkoudheid te verlichten en allebei op de Intensive Care (IC) belandden. Na de melding van deze opmerkelijke intoxicatie bij het NVIC, is de herkomst van het product achterhaald en zijn de verontreinigde kruiden snel van de markt gehaald. Zo zijn verdere vergiftigingen voorkomen.

Ziektegeschiedenis

Patiënt A, een 27-jarige man, meldde zich met zijn partner op de huisartsenpost met een droge mond, wazig zicht, misselijkheid en duizeligheid. Het stel had 2 h daarvoor chocolademelk gedronken met daarin 20 gram heemstwortel ter verlichting van hun verkoudheidsklachten. De man dronk 1 mok, de vrouw een gedeelte daarvan. De huisartsenpost stuurde beiden door naar de Spoedeisende Hulp.

Op de SEH was het niet mogelijk een goede anamnese af te nemen. Het was inmiddels 4,5 h nadat hij de chocolademelk met het kruidenextract had gedronken en patiënt sprak verward en gaf incoherente antwoorden. Bij het lichamelijk onderzoek zagen de artsen een verwarde man met een rood gelaat en mydriasis. Hij had een tachycardie van 148 slagen/min, een bloeddruk van 140/90 mmHg, een saturatie van 98%, en een temperatuur van 37,3°C. Daarbij had hij 1,5 liter urineretentie. Het laboratoriumonderzoek en het ecg toonden geen bijzonderheden.

Met als diagnose ‘anticholinerg syndroom’ werd patiënt opgenomen op de IC, waar hij verward en onrustig bleef en last had van hallucinaties. Daarvoor kreeg hij midazolam toegediend. De volgende morgen werd hij goed aanspreekbaar ontslagen uit het ziekenhuis.

Patiënt B, de partner van patiënt A, was een 28-jarige vrouw die 9 weken zwanger was. Ook zij was na het drinken van heemstwortelextract met een droge mond, wazig zicht, misselijkheid en duizeligheid naar de huisartsenpost gekomen en doorgestuurd naar de SEH. Het lichamelijk onderzoek liet mydriasis zien, droge slijmvliezen, een tachycardie van 132 slagen/min, een bloeddruk van 140/85 mmHg, een saturatie van 99%, en een temperatuur van 37,7 °C. Zij had geen urineretentie. Het laboratoriumonderzoek en het ecg toonden evenmin bijzonderheden. Hoewel patiënte nog redelijk aanspreekbaar was, werd zij uit voorzorg ook opgenomen op de IC. Tijdens haar verblijf daar werd ook zij in toenemende mate verward en onrustig. Zij kreeg eveneens midazolam toegediend. De volgende ochtend had zij nog een mydriasis met geringe visusklachten, maar ze was goed aanspreekbaar en kon net als haar partner het ziekenhuis verlaten.

Omdat de verschijnselen bij beide patiënten voorkwamen nadat ze allebei heemstextract hadden gedronken, consulteerden de artsen het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum voor nadere informatie en een behandeladvies.

Het stel meldde zich 2 dagen na het ontslag opnieuw bij de huisartsenpost met aanhoudende klachten van duizeligheid, hartkloppingen, mydriasis, droge mond en keel, en een angstig gevoel. Er was geen sprake van urineretentie of bedreiging van de vitale functies, waarop besloten werd hen niet opnieuw in het ziekenhuis op te nemen; de klachten verminderden geleidelijk en waren na ongeveer 4 dagen verdwenen.

Beschouwing

De waargenomen symptomen bij deze patiënten duiden op het anticholinerg syndroom. Patiënten met dit syndroom hebben symptomen als dorst, een droge mond, een rode huid, mydriasis, tachycardie, een vertraagde maagontlediging, afgenomen darmperistaltiek, hyperthermie, urineretentie, desoriëntatie, verwardheid, een delirium (vaak in combinatie met onsamenhangende spraak en visuele en auditieve hallucinaties), convulsies en coma.2

De symptomen die ontstaan na blootstelling aan anticholinergica zijn dosis-afhankelijk. Ze ontstaan meestal binnen enkele uren en houden gemiddeld 8-24 h aan.3 Bij een ernstige intoxicatie kunnen de symptomen langer aanhouden. Vooral wanneer er een sterk verminderde darmperistaltiek is ontstaan, kunnen de symptomen in een later stadium terugkeren, zoals ook bij patiënt A en B gebeurde. Als de darmperistaltiek weer op gang komt, wordt het anticholinergische product dat nog in de darm aanwezig is, alsnog opgenomen.

De patiënten die wij hier beschrijven hadden heemst gebruikt (‘marshmallow root’, Althaea officinalis), een plant waar meerdere geneeskrachtige eigenschappen aan worden toegedicht. Het zou een verzachtende werking hebben op de lucht- en urinewegen en een ontstekingsremmende werking bij mond-, keel- en huidaandoeningen.4 Van heemst (Althaea officinalis) zelf zijn geen toxische effecten te verwachten. Omdat de patiënten een vergelijkbaar klinisch beeld vertoonden nadat ze heemstwortel hadden gebruikt, rees direct het vermoeden dat er iets mis was met de kruidenthee.

Anticholinerge effecten zijn wel typisch voor patiënten die blootgesteld zijn aan planten die belladonna-alkaloïden bevatten. Bekende voorbeelden hiervan zijn wolfskers (Atropa belladonna), alruin (Mandragora officinarum), klokbilzenkruid (Scopolia carniolica) en doornappel (Datura stramonium). De meest voorkomende alkaloïden in deze planten zijn atropine, hyoscyamine en scopolamine. Vanwege de uiterlijke gelijkenis is het waarschijnlijk dat de heemstwortel in deze kruidenthee vervuild is geraakt met plantendelen van wolfskers.

Na de melding

Direct na de melding over deze patiënten heeft het NVIC contact opgenomen met de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Ook daar hadden consumenten gemeld dat ze onwel waren geworden nadat ze deze kruidenthee hadden gedronken. Alle producten waren gekocht bij een gerenommeerde Nederlandse reformwinkel en verkrijgbaar als monopreparaat van heemstwortel (figuur), of als ingrediënt in verschillende theemelanges (‘galreinigende kruiden’ en ‘luchtwegen kruiden’).

De NVWA heeft vervolgens contact opgenomen met de leverancier, waarna de verdachte producten direct uit de handel zijn genomen. Ook zijn er publiekswaarschuwingen in de media gepubliceerd, waarin kopers werden opgeroepen om al gekochte producten niet te gebruiken. Hierdoor zijn verdere intoxicaties voorkomen.

Het NVIC heeft daarnaast via het waarschuwingssysteem van de European Association of Poisons Centres and Clinical Toxicologists (EAPCCT) een attendering doen uitgaan naar alle Europese vergiftigingencentra. Hierop werd nog 1 patiënte in Frankrijk getraceerd, die deze kruiden uit Nederland had gekregen. Dit onderstreept het belang van Europese samenwerking voor het opsporen van verdachte producten.

Door een goede samenwerking tussen de NVWA en de leverancier is de bron van de verontreiniging snel opgespoord. Het bleek dat een tussenleverancier uit Duitsland de kruiden uit Bulgarije had geïmporteerd. De verontreinigde productbatch was uitsluitend in Nederland op de markt gekomen. Uit analyses die de NVWA uitvoerde, bleek dat in die batch 0,1-1% atropine zat. Patiënt A en B zijn dus vermoedelijk blootgesteld aan 20-200 mg atropine. Bij een dosis van 2 mg atropine kunnen al vergiftigingsverschijnselen ontstaan, terwijl doseringen boven de 10 mg mogelijk ernstig kunnen verlopen.5

Conclusie

Ondanks zorgvuldige productiemethoden en kwaliteitscontroles kunnen verontreinigingen in kruidenpreparaten voorkomen, met mogelijk ernstige intoxicaties tot gevolg. Een snelle signalering van gevaarlijke producten op de Nederlandse markt is mogelijk als artsen dergelijke intoxicaties melden aan het NVIC en consumenten aan de NVWA. Bij een goede samenwerking tussen het NVIC, de NVWA en de betrokken leveranciers kan snel en adequaat worden ingegrepen om de volksgezondheid te beschermen, zoals het hier beschreven incident aantoont.

Literatuur
  1. Johanns ESD, van der Kolk LE, van Gemert HMA, Sijben AEJ, Peters PWJ, de Vries I. Een epidemie van epileptische aanvallen na drinken van kruidenthee. Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:813-6 Medline.

  2. Jellema K, Groeneveld GJ, van Gijn J. Koorts, grote ogen en verwardheid; het anticholinergisch syndroom. Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;146:2173-6 Medline.

  3. Higgins ST, Lamb RJ, Henningfield JE. Dose-dependent effects of atropine on behavioral and physiologic responses in humans. Pharmacol Biochem Behav. 1989;34:303-11. Medlinedoi:10.1016/0091-3057(89)90316-X

  4. Van Wyk B, Wink M. Medicinal plants of the world. 2nd ed. Portland: Timber Press; 2005:44.

  5. Glatstein M, Alabdulrazzaq F, Scolnik D. Belladonna alkaloid intoxication: the 10-year experience of a large tertiary care pediatric hospital. Am J Ther. 2016;23:e74-7. Medlinedoi:10.1097/01.mjt.0000433940.91996.16

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum, Utrecht.

Dr.ir. C. Oerlemans, onderzoeker; drs. I. de Vries, internist-toxicoloog; ir. A.J.H.P. van Riel, senior onderzoeker-toxicoloog.

Contact dr.ir. C. Oerlemans (C.Oerlemans@umcutrecht.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Chris Oerlemans ICMJE-formulier
Irma de Vries ICMJE-formulier
Antoinette J.H.P. van Riel ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Dr. Marij
Schüsler

Geneeskrachtige planten een onderwerp waar wij als bestuur van de NVF (Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie) en vele NVF-leden regelmatig mee bezig zijn. Onze vereniging heeft een wetenschappelijke grondslag en probeert zoveel mogelijk evidence te verzamelen over werkzaamheid van plantaardige middelen waar uiteindelijk veel van onze moderne geneesmiddelen op gebaseerd zijn. Fytotherapie staat op dit moment volop in de belangstelling. Elke dag verschijnt er wel een artikel of is er een uitzending op TV waarin plantaardige middelen belicht worden. Regelmatig positief, maar ook vaak negatief. Dat heeft in belangrijke mate te maken met het ondeskundig gebruik van fytotherapeutica door de gebruiker of de voorschrijver. Er valt veel winst te behalen, zowel in kosten als in gezondheidswinst, als fytotherapeutica op een goede en veilige manier worden toegepast.

Kijkend naar de casus in kwestie durven wij als bestuur (2 apothekers en 2 artsen, ondersteund door 2 hoogleraren) de stelling aan dat de eerste zin waarmee het artikel begint ‘0ndanks zorgvuldige productiemethoden en kwaliteitscontroles kunnen verontreinigingen in consumentenproducten voorkomen’ niet correct is. Als er zorgvuldige productiemethoden en kwaliteitscontroles waren uitgevoerd, had deze wat genoemd wordt ‘verontreiniging’ niet plaats kunnen vinden.

Daarnaast vragen wij ons af of er geen sprake is geweest van verwisseling, omdat de hoeveelheid atropine nauwelijks afkomstig kan zijn van een verontreiniging, maar meer wijst in de richting van een verwisseling.

Marij Schüsler, apotheker, voorzitter Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie

Chris
Oerlemans

Wij bedanken dr. Schüsler en de Nederlandse Vereniging voor Fytotherapie voor hun interesse in ons artikel. Wij als Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) komen regelmatig in aanraking met verkeerd of ondeskundig gebruik van allerhande consumentenproducten. Juist en veilig gebruik van dergelijke producten is van evident belang ter bescherming van de gezondheid. Daarnaast is het de plicht van de fabrikant om de veiligheid van het product te garanderen. De aard van het product is in dit opzicht van ondergeschikt belang; verontreinigingen kunnen optreden in veel producten die in de handel worden gebracht.

Ondanks dat wij er van overtuigd zijn dat de fabrikant in dit geval het begrip productveiligheid hoog in het vaandel heeft en zorgvuldige kwaliteitscontroles uitvoert alvorens een product in de handel verschijnt, worden deze controles uitgevoerd op gerandomiseerde delen van een batch. Hierdoor blijft de kans bestaan dat een vervuiling die in het overige (niet-gecontroleerde) gedeelte van de batch terecht is gekomen niet wordt opgemerkt.

Vanwege de hoge mate van giftigheid van de wolfskers (Atropa belladonna) en aanverwante belladonna-alkaloïden-bevattende planten, worden bij relatief kleine hoeveelheden plantenmateriaal reeds hoge concentraties aan belladonna-alkaloïden gevonden. Een totale verwisseling is in dit geval niet waarschijnlijk geweest aangezien kwaliteitscontroles de verwisseling van een volledige batch zouden aantonen. Het ging hier waarschijnlijk om een bijmenging met wolfskers, door ons hier vervuiling genoemd.

De belangrijkste boodschap van ons artikel is de lezer er op te attenderen dat er, ondanks strenge kwaliteitscontroles, altijd een vervuiling kan optreden in consumentenproducten en dat vroege signalering van vitaal belang is om verdere intoxicaties te kunnen voorkomen.

Namens de auteurs,

Chris Oerlemans, onderzoeker, Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC)