Immobilisatie, grote operaties en maligniteiten zijn de bekende risicofactoren voor diep veneuze trombose (DVT). Van tekorten aan antitrombine III (AT-III), proteïne C (PC), proteïne S (PS) en plasminogeen (PG) wordt ook aangenomen, dat ze gepaard gaan met een toegenomen kans op DVT. Hoe vaak dit voorkomt, is tot dusver nog…
Anti- en ontstollingseiwitten bij diep veneuze trombose
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:578
Reacties