Samenvatting
In 1981 werd voor het eerst een positief effect van allogene beenmergtransplantatie (BMT) op het klinisch beloop bij een patiënt met een lysosomale stapelingsziekte beschreven. Sindsdien zijn meer dan 200 patiënten op deze manier behandeld, maar de gegevens zijn schaars en fragmentarisch.
Bij allogene BMT wordt het hematopoëtische systeem van de patiënt vervangen door dat van een donor. De populatie nieuwe cellen waarvan het lichaam wordt voorzien, kan de stofwisselingsstoornis corrigeren.
De meeste ervaring met allogene BMT is er bij patiënten met mucopolysacharidose type I, metachromatische leukodystrofie en adrenoleukodystrofie.
Allogene BMT leidt tot afname van gestapeld product in interne organen; bij skeletafwijkingen treedt hoogstens stabilisatie op, evenals bij neurologische symptomen. De met de transplantatie samenhangende sterfte en morbiditeit zijn hoog. De toepasbaarheid van allogene BMT is beperkt.
Reacties