Allemaal beestjes

Pieter van Eijsden
Pieter van Eijsden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:B1289

artikel

De afgelopen weken begint de natuur eindelijk een beetje te ontluiken. Mijn zoontje vindt wat daar gebeurt fascinerend. Door zijn ogen herontdek ik allerlei fantastische dingen. De vogeltjes, plantjes, insecten, wormen en nog veel kleiner leven draaien om elkaar heen in een complexe dans van strijd en samenwerking.

In dit nummer komt die complexe biologie van het allerkleinste en haar strijd en symbiose met de macronatuur uitgebreid aan de orde. De onderzoekers van het RIVM leggen bijvoorbeeld uit waarom het West-Nijl-virus zich sinds 1999 over heel Amerika heeft verspreid, maar in Nederland voorlopig geen voet aan de grond krijgt (A9899). De ecologie is daarvoor niet geschikt en dat blijft hopelijk zo.

Een andere mooi voorbeeld van de interactie tussen de micro- en de macrobiologie wordt besproken door Vanessa Harris en Joost Wiersinga. Zij vragen zich af of de aandacht van de laatste jaren voor het microbioom een hype is (D110).

Hoe het ook zij, we zijn de afgelopen decennia onze eigen beestjes genuanceerder gaan bekijken. Ooit beschouwden we vrijwel alle microbiologie als vies en in potentie moorddadig. Antibiotica en strikte hygiëne moesten ons bewaken tegen dit kwaad. Nu zien we in die beestjes ook een potentiële wapenbroeder. Dit idee is helemaal niet nieuw, blijkt uit een artikel in onze serie over artsen in WO I (A9852). Julius Wagner-Jauregg probeerde 100 jaar geleden al met bescheiden succes patiënten met syfilis te behandelen met de malariaparasiet. Nu antibioticaresistentie een gevaar vormt zien we steeds vaker dat we moeten teruggrijpen op dit soort creatieve ideeën.

Daarnaast blijven we natuurlijk wel degelijk last houden van de klassieke veelplegers. Ondanks dat de sporen van deze draaideurcriminelen door iedere dokter herkend zouden moeten worden, hebben we in dit nummer niet 1 maar 2 artikelen over het bijna missen van de diagnose van onze meest voorkomende soa (A9349 en A9727). Dat zegt overigens niet alleen iets over de dokter, maar vooral ook over de veelzijdigheid en vindingrijkheid van de dader.

Ook grotere dieren kunnen enorm veel jeuk veroorzaken; breedsprakige patiënten bijvoorbeeld. We herkennen allemaal het beeld dat Esther Giroldi en collega’s schetsen in hun eerste alinea (D184). Wat mij enorm heeft geholpen in dit stuk is de breedsprakigheid te beschouwen als een symptoom van een onderliggend probleem dat exploratie verdient en dat daarmee iets kan opleveren voor de patiënt en, als we geluk hebben, ook voor de dokter.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties