Aidsbehandeling in Afrika: het risico van antiretrovirale resistentie

Klinische praktijk
R.L. Hamers
R. Schuurman
M. van Vugt
I. Derdelinckx
T.F. Rinke de Wit
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2666-71
Abstract

Samenvatting

- In ontwikkelingslanden met een hoge hiv 1-prevalentie is de laatste jaren de implementatie van hiv-behandelprogramma’s erkend als een prioriteit voor de volksgezondheid. Hierdoor neemt de beschikbaarheid van antiretrovirale combinatietherapie voor mensen met hiv/aids ook in Afrika ten zuiden van de Sahara in hoog tempo toe.

- Er wordt hierbij gebruikgemaakt van vereenvoudigde, gestandaardiseerde behandelrichtlijnen, ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).

- De implementatie van hiv-behandeling in Afrika op grote schaal kampt echter met een aantal belangrijke beperkingen, zoals onder meer het ontbreken van adequate immunologische en virologische laboratoriummonitoring, onvoldoende ondersteuning van therapietrouw, kwetsbare gezondheidszorgsystemen en het gebruik van suboptimale medicijncombinaties.

- Ten gevolge van deze suboptimale behandelvoorwaarden bestaat er het risico op het ontstaan en de verspreiding van resistente virusvarianten, die verminderd gevoelig zijn voor de standaard gebruikte eerstelijnscombinatietherapie. Op de lange termijn heeft dit mogelijk negatieve gevolgen voor de successen van de behandelprogramma’s.

- De WHO is initiatiefnemer van HIVResNet, een mondiale adviesgroep van deskundigen, die een wereldwijde strategie voor surveillance en preventie van antiretrovirale resistentie ontwikkelen.

- Het Nederlandse initiatief, ‘PharmAccess African studies to evaluate resistance’ (PASER) draagt bij aan deze strategie door de opbouw van een surveillancenetwerk in Afrika ten zuiden van de Sahara.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2666-71

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Stichting PharmAccess International, Center for Poverty-related Communicable Diseases, T1-220, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Hr.R.L.Hamers, arts-onderzoeker; mw.dr.M.van Vugt, internist-infectioloog; hr.prof.dr.T.F.Rinke de Wit, directeur Advocacy and Research.

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Medische Microbiologie, Utrecht.

Hr.dr.R.Schuurman, moleculair medisch microbioloog; mw.dr.I.Derdelinckx, internist.

Contact hr.prof.dr.T.F.Rinke de Wit (t.rinkedewit@pharmaccess.org)

Verantwoording

Namens het 'PharmAccess African studies to evaluate resistance'-(PASER)-projectteam, waarvan de leden aan het einde van dit artikel worden vermeld.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties