De introductie van antiretrovirale therapie in Malawi

Perspectief
E.E. Zijlstra
J.J.G. van Oosterhout
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2774-8
Abstract

Samenvatting

De prevalentie van hiv-infectie in Malawi is hoog. Tot medio 2004 was antiretrovirale therapie (ART) alleen tegen betaling beschikbaar; daarna ging een programma voor gratis verstrekking van start. Behalve een hiv-test wordt geen andere laboratoriumbepaling noodzakelijk geacht bij het starten van ART. Na een aanloopfase waarin ziekenhuizen werden beoordeeld op voldoende infrastructuur en waarin gezondheidswerkers werden getraind in ART, breidde het aantal publieke klinieken en privéklinieken waar ART werd verstrekt zich uit tot 60. Het aantal patiënten met ART bedroeg 37.840 per ultimo 2005 en dit is 45 van het beoogde aantal in het zogenaamde ‘3 by 5’-initiatief van WHO/Joint United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS). Doel van dit initiatief was om de helft (85.000) van de naar schatting 170.000 hiv-geïnfecteerden in Malawi die in aanmerking komen voor ART tegen het eind van 2005 te laten starten met behandeling. Van de behandelden was 81 na 12 maanden in leven, de sterfte bedroeg 10 en het percentage uitvallers was 9: 8 van de patiënten kwam niet meer op de polikliniek en 1 stopte met ART. Ondanks een aantal knelpunten heeft intensieve samenwerking tussen alle betrokkenen onder krachtig leiderschap van het ministerie van Gezondheid de basis gelegd voor dit tot nu toe succesvolle programma.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2774-8

Auteursinformatie

University of Malawi, Department of Medicine, College of Medicine, Private Bag 360, Chichiri, Blantyre 3, Malawi.

Hr.prof.dr.E.E.Zijlstra en hr.J.J.G.van Oosterhout, internisten-infectiologen.

Contact hr.prof.dr.E.E.Zijlstra (eezijlstra@malawi.net)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Utrecht, december 2006,

De conclusie van collega’s Zijlstra en Van Oosterhout (2006:2774-8) is dat het antiretrovirale-therapie(ART)-programma een goede start heeft gemaakt en dat het succes vooral komt door een intensieve samenwerking van alle betrokkenen. Zij hebben ook oog voor de problemen die de introductie en ontwikkeling van het ART-programma veroorzaken. Doordat veel (para)medisch personeel betrokken is bij het ART-programma, zijn er andere programma’s, bijvoorbeeld met betrekking tot de gezondheid van moeder en kind, die te lijden hebben onder personeelstekort. De effecten hiervan op de gezondheidszorg zijn moeilijk meetbaar, maar wel reëel.

Tevens schrijven de auteurs in één zin: ‘Gezien het succes van ART dreigt de aandacht voor preventie te verslappen.’ Dit is wederom een reëel probleem en het is moeilijk precies aan te geven hoeveel extra hiv-infecties hierdoor worden veroorzaakt. In Subsaharaans Afrika, waar meer dan 60% van het totale aantal mensen met een hiv-infectie leeft, is er een chronisch en groot tekort aan effectieve preventiemaatregelen en vooral ook toegang daartoe voor de algemene bevolking. Voor elke patiënt die start met ART komen er nog steeds veel meer patiënten met een nieuwe hiv-infectie bij. Er heerst wereldwijd teleurstelling over het uitblijven van minder hiv-transmissie door preventiemaatregelen. Maar consistent condoomgebruik is nog steeds een bijzonder effectieve manier om hiv-infectie te voorkomen en dit gebruik neemt gelukkig toe.1 Voor veel overheden is het ter discussie stellen van man-vrouwverhoudingen en de heersende seksuele moraal binnen samenlevingen iets wat maar moeilijk bespreekbaar is. Aangezien het merendeel van nieuwe hiv-infecties vrouwen betreft en veel vrouwen binnen hun huwelijk worden geïnfecteerd met hiv of worden misbruikt, is het echter wel nodig om hier aandacht aan te besteden.2 Het is fijn dat de intensieve samenwerking tussen overheid, donoren, non-gouvernementele organisaties en academies heeft geleid tot een succesvolle introductie van ART-programma’s. Het is mijn hoop dat een dergelijke samenwerking met vergelijkbare motivatie en inzet van personeel en financiën ook een keer wordt uitgevoerd op het gebied van preventieve maatregelen, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de promotie van condoomgebruik, partnerreductie en het vóórkomen van moeder-kind-hiv-transmissie.

C.J.G. Sanders
Literatuur
  1. Cleland J, Ali MM. Sexual abstinence, contraception, and condom use by young African women: a secondary analysis of survey data. Lancet. 2006;368:1788-93.

  2. Kim JC, Watts CH. Gaining a foothold: tackling poverty, gender inequality, and HIV in Africa. BMJ. 2005;331:769-72.