Zie ook het artikel op bl. 401.
Volgens de letter der wet heeft de arts voor elk onderzoek met materiaal afkomstig van een patiënt diens toestemming nodig. Teneinde de geneeskunde te doen functioneren wordt doorgaans impliciete toestemming aangenomen, waarbij de patiënt erop vertrouwt dat alle onderzoek in zijn beste belang geschiedt. Bij onderzoek naar de aanwezigheid van antistoffen tegen HIV (hierna te noemen: de HIV-test) is het niet op voorhand duidelijk wat het beste belang is en daarom kan hierbij impliciete toestemming nooit worden aangenomen. Hierover hebben de medische beroepsbeoefenaren en de politiek zich een en ander maal duidelijk uitgesproken.
Wanneer dient men een HIV-test te verrichten? Het antwoord is simpel: wanneer de patiënt erom verzoekt of indien de arts meent dat kennis van de uitslag nuttig is om de patiënt beter een prognose te kunnen geven of de beste therapie in te kunnen stellen. Ik laat nu verder buiten…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Reacties