Organisatie en training

Acute opvang van kinderen in algemene ziekenhuizen

Onderzoek
Sam J. van Sambeeck
Etienne J.M. Janssen
Tim Hundscheid
Sanne J.L. Martens
Gijs D. Vos
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A6510
Abstract

Samenvatting

Doel

Nagaan hoe de eerste opvang van kinderen in kritieke toestand in algemene ziekenhuizen georganiseerd is, of de zorgverleners voldoende getraind zijn en of de benodigde materialen en medicatie aanwezig zijn.

Opzet

Enquêteonderzoek gecombineerd met een bezoek op locatie.

Methode

Wij verzonden vragenlijsten aan alle primair betrokken specialisten op de spoedeisende hulp (SEH) en de kinderafdeling, en aan alle secundair betrokken specialisten (anesthesisten en intensivisten) in de 9 algemene ziekenhuizen in Zuidoost-Nederland. 2 onderzoekers voerden op locatie een gestructureerd interview met de verantwoordelijke kinderarts, en controleerden materialen en medicatie op de SEH en de kinderafdeling.

Resultaten

Van de 195 verzonden vragenlijsten waren er 97 (49,7%) bruikbaar voor analyse. De respons van de primair betrokken specialisten (77,6%) was ruim tweemaal zo hoog als die van de secundair betrokken specialisten (31,9%). In 7 ziekenhuizen waren mondelinge afspraken gemaakt over de organisatie van de acute opvang, 1 ziekenhuis beschikte over een protocol, 2 ziekenhuizen hadden een werkgroep ingesteld voor dit onderwerp. Van de respondenten wist 1 op de 5 niet dat er afspraken bestonden en veronderstelde ruim 1 op de 3 ten onrechte dat er een protocol was. Van de primair betrokken specialisten beschikten 2 op de 3 over een certificaat voor Advanced Paediatric Life Support (APLS), van de secundair betrokkenen 1 op de 13. Scenariotrainingen werden gegeven in 8 ziekenhuizen. 8 ziekenhuizen beschikten over een kinderreanimatiekar zowel op de spoedeisende hulp als op de kinderafdeling, in 3 ziekenhuizen was deze op beide afdelingen compleet. In 6 van de 9 ziekenhuizen ontbraken larynxmaskers en ventielen voor positieve eindexpiratoire drukbeademing (PEEP-knoppen). De medicatie was in alle ziekenhuizen compleet.

Conclusie

In de 9 onderzochte ziekenhuizen verdienden alle onderzochte aspecten – organisatie, training en materialen – aandacht. Veel specialisten bleken niet APLS-gecertificeerd, vaak ontbraken schriftelijke protocollen voor organisatie en scholing. Maatregelen die snel tot verbetering kunnen leiden, zijn het instellen van een werkgroep die zich met de acute opvang van kinderen in kritieke toestand belast, en het invoeren van een uniforme inventarislijst voor spoedopvangmaterialen.

Auteursinformatie

Maastricht Universitair Medisch Centrum+, afd. Kindergeneeskunde, Maastricht.

Drs. S.J. van Sambeeck, aios kindergeneeskunde; drs. E.J.M. Janssen, coassistent kindergeneeskunde (thans anios kindergeneeskunde Catharina Ziekenhuis, Eindhoven); drs. T. Hundscheid, coassistent kindergeneeskunde (thans anios kindergeneeskunde Atrium MC, Heerlen); dr. G.D. Vos, kinderarts-intensivist.

Orbis Medisch Centrum, Sittard.

Drs. S.J.L. Martens, anios kindergeneeskunde.

Contact dr. G.D. Vos (g.vos@mumc.nl)

Verantwoording

De auteurs drs. S.J. van Sambeeck en drs. E.J.M. Janssen droegen evenveel bij aan de totstandkoming van dit artikel.
Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 14 augustus 2013

Auteur Belangenverstrengeling
Sam J. van Sambeeck ICMJE-formulier
Etienne J.M. Janssen ICMJE-formulier
Tim Hundscheid ICMJE-formulier
Sanne J.L. Martens ICMJE-formulier
Gijs D. Vos ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties