Elke dag komen er 40 mensen na een suïcidepoging op de SEH. Dit hoge aantal maakt dat de SEH een belangrijke partij is in de zorg voor suïcidepogers.
Samenvatting
Doel
Onderzoek naar knelpunten in de zorg voor patiënten die na een suïcidepoging op de SEH komen.
Opzet
Transversaal multicentrisch vragenlijstonderzoek.
Methode
In 2015 werkten 7 SEH’s verspreid over het land mee aan een vragenlijstonderzoek van 113 Zelfmoordpreventie voor de ‘Landelijke agenda suïcidepreventie 2014-2017’. SEH-artsen en -verpleegkundigen en leidinggevenden acute zorg vulden 25 meerkeuzevragen in over: (a) huidige behandeling van en omgang met suïcidepogers; (b) aanwezige kennis en vaardigheden bij SEH-artsen en -verpleegkundigen; en (c) nazorg voor suïcidepogers.
Resultaten
In totaal vulden 33 SEH-artsen, 40 SEH-verpleegkundigen en 5 leidinggevenden de vragenlijst in. Als een patiënt na een suïcidepoging op de SEH komt, overleggen SEH-artsen en -verpleegkundigen vaak met de crisisdienst, psychiater of collega en vroegen ze extra diagnostiek aan. Als belangrijkste knelpunten noemde het SEH-personeel dat zij onvoldoende tijd, kennis en vaardigheden heeft om het suïciderisico in te schatten en om een gesprek met de patiënt te voeren over zijn of haar suïcidale gedachten. Een vijfde deel van de respondenten gaf aan patiënten die eerder een suïcidepoging deden niet altijd respectvol te bejegenen. Verder vonden de respondenten de SEH-omgeving te onrustig of onveilig, en meenden zij dat ze lang moeten wachten op de crisisdienst. Het merendeel van de SEH-artsen en -verpleegkundigen maakte zich zorgen over de toestand van de patiënt nadat die ontslagen is, vooral als zij de kans op een recidief-suïcidepoging hoog inschatten.
Conclusie
Onvoldoende kennis en vaardigheden bij het SEH-personeel, een soms negatieve attitude jegens suïcidepogers en een hoge werkdruk belemmeren de zorg voor suïcidepogers op de SEH. Gerichte scholing, een rustige ruimte en inzet van specialistische zorg kunnen deze zorg verbeteren.
Reacties