Inleiding
Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Het medische beroep brengt zowel voor de patiënt als voor de arts risico's met zich mee. Zolang men zich van die gevaren bewust is, men zichzelf terdege laat informeren en de verkregen informatie in een begrijpelijke vorm en op een geschikt moment aan de patiënt doorgeeft, zal de samenleving de mogelijke negatieve kanten van een medisch ingrijpen tot grote hoogte accepteren.
Helaas zijn die optimale voorwaarden niet altijd aanwezig, en dan gaat er iets verkeerd. Het kan radicaal fout gaan in die zin dat de patiënt als gevolg van een verkeerde ingreep overlijdt of blijvend invalide wordt; het andere uiterste is dat de ‘fout’ uitsluitend in de verbeelding van de patiënt bestaat, er geen ware schuldige is aan te wijzen en geen blijvend letsel is veroorzaakt. Tussen deze uitersten zijn er talrijke gradaties van goed en kwaad. Helaas kennen de media meestal slechts…
Aansprakelijkheid voor beroepsfouten – een taboe doorbroken?
Groningen, augustus 1990,
In zijn behartigenswaardige commentaar schrijft Offerhaus dat er weinig artsen zijn die inzicht hebben in de omvang van het probleem. Over ongelukken en vergissingen in de huisartspraktijk of in de extramurale specialistenpraktijk zijn helemaal geen gegevens beschikbaar‘ (1990;1583-5).
Wij onderschrijven de stelling van Offerhaus dat er nauwelijks inzicht is in deze materie, en dat dit betreurenswaardig is, gezien het belang van een mogelijke preventie van fouten en ongelukken. Het is echter niet zo dat er in het geheel geen gegevens zijn over ongelukken en vergissingen in de huisartspraktijk. In 1988 publiceerden wij over een onderzoek naar fouten van huisartsen.12 Eén van de bevindingen daarvan was dat van de 80 gemelde fouten, vergissingen en ongelukken slechts 1 een aanklacht bij het Medisch Tuchtcollege tot gevolg had. Opmerkelijk weinig, gezien de ernst en de gevolgen voor de patiënten van sommige van de gemelde fouten. Dat een goede communicatie tussen huisarts en patiënt of nabestaanden heeft geleid tot dit opmerkelijk kleine aantal, is een ondersteuning voor de conclusie van Offerhaus dat een goed contact met de patiënt en snel en adequaat reageren op gemaakte fouten en vergissingen belangrijker is dan welk verzekeringssysteem voor beroepsaansprakelijkheid dan ook.
Om meer inzicht te krijgen in frequentie en aard van fouten, vergissingen en ongelukken in de huisartspraktijk, starten wij binnenkort een onderzoek naar de haalbaarheid van het instellen van een Meldingscommissie Incidenten Patiëntenzorg Huisartsgeneeskunde (MIPH). Wij stellen voor in navolging van de intramurale gezondheidszorg niet meer te spreken van fouten, ongelukken, vergissingen, ‘near accidents’, missers, enz., maar van incidenten patiëntenzorg. Hierdoor komt het accent niet op het verwijtbare, maar op het vermijdbare te liggen. Mettertijd zullen wij verslag doen van dit onderzoek.
Conradi MH, Schuling J, Mulder H. Fouten in de huisartspraktijk. 1. De fouten. Huisarts Wet 1988; 31: 222-7.
Conradi MH, Mulder H, Schuling J. Fouten in de huisartspraktijk. 2. Na de fout. Huisarts Wet 1988; 31: 288-92, 307.