Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit

Klinische praktijk
W.B. Gunning
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:854-8

In de kinder- en jeugdpsychiatrie heeft steeds de behoefte bestaan een afzonderlijke diagnostische categorie te reserveren voor kinderen en jeugdigen die zich kenmerken door een chronisch dysfunctioneren op basis van overmatige aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit. In het verleden is hier de naam ‘minimal brain dysfunction’ voor gebruikt. De laatste jaren wordt de term ‘aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit’ gebruikt. In het concept van het binnenkort uitkomende classificatiesysteem DSM-IV duidt men deze stoornis aan met ‘attention-deficithyperactivity disorder’ (ADHD).1

Criteria

Het DSM-IV-classificatiesysteem is net als zijn voorganger, DSM-III-R, een categoriale indeling van psychiatrische ziektebeelden. Binnen de categorie ADHD hanteert de DSM-IV tevens dimensionele criteria. Om de diagnose ADHD te kunnen stellen dient de stoornis uiterlijk op 7-jarige leeftijd te beginnen, dient het ADHD-beeld minstens een half jaar te bestaan en dienen de symptomen in twee of meer situaties aanwezig te zijn. De DSM-IV-diagnose ADHD berust op het gedragsbeeld en niet op de (zeer…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Dr.W.B.Gunning, zenuwarts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Venlo, april 1994,

Op het artikel van collega Gunning (1994;854-8) heb ik een misschien toch niet onbelangrijke aanvulling. Bij de Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg te Venlo begeleiden wij sinds enige jaren regelmatig groepen ouders van kinderen in de leeftijd van 0,5-7 jaar met ‘attentiondeficit/hyperactivity disorder’, met als doel ouders pedagogisch effectiever te leren omgaan met hun kinderen. Het is onze mening èn die van deze ouders dat deelname aan een oudergroep hiertoe een belangrijke bijdrage kan leveren.

P.J.A. Ruys

Amsterdam, mei 1994,

Terecht vermeldt collega Ruys dat de niet-medicamenteuze behandeling van jonge kinderen met een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit kan plaatsvinden met behulp van oudergroepen. Zoals in het artikel al werd genoemd, is via de ouders en de leerkracht toegepaste gedragsmodificatie een effectieve manier om probleemgedrag bij kinderen met ‘attention-deficit/ hyperactivity disorder’ te verminderen. Ook als het kind zelf therapie krijgt, blijft deze gedragsmodificatie het belangrijkste onderdeel van de behandeling. Omdat kinderen tot de leeftijd van 8 jaar doorgaans een kindergedragstherapie nog niet aankunnen, vindt de behandeling tot die leeftijd geheel via de ouders plaats. Oudergroepen zijn zeker zinvol. Wel is het in de regel noodzakelijk de ouders ook apart te zien, zodat naast de in groepsverband gegeven richtlijnen tevens op het individuele kind toegesneden opvoedkundige en gedragstherapeutische adviezen kunnen worden gegeven.

W.B. Gunning